- Je leert de stof van hoofdstuk 3 → blz. 130 tot en met 133
- Woordjes en zinnen worden letterlijk gevraagd
- Franse leestekst
- Briefje schrijven (m.b.v. phrases-clés)--> taalteken
- Être (bron D) in de juist vorm in de zin zetten NF
- Kloktijden (staan op blz. 108) FN+NF
- Bezittelijk voornaamwoord (bron H) FN