T2A 17 februari 2023

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Modale werkwoorden

zwakke werkwoorden

klinkerwisseling in het enkelvoud

Geen uitgangen bij ich/er...

Uitgangen -e, -st, t, en, t, en

Uitgangen -e, -est, et, en, t, en

6-9 uur 's Ochtends =

9-12 uur 's ochtends

12-13 uur 's middags

13-18 uur 's middags

18-24 uur 's avonds

0-6 uur 's nachts

Übersetze:
jij mag (toestemming)

1. du darfst
2. du magst
3. du darf
4. du mag

Übersetze:
hij kan

1. Er könne
2. Er kann
3. Er kannt
4. Er könnt

Hij mag niet naar de bioscoop.

Er ..... nicht ins Kino gehen.

Mag jij naar het schoolfeest?

..... du zum Schulfest?

Simon kan mij per e-mail bereiken.

Simon .... mich per E-Mail erreichen.

Wat betekent "dürfen"

1. durven
2. mogen
3. houden van
4. lekker vinden

Haben of sein + voltooid deelwoord

sparen
Das Kind ... viel Geld ...

teilen
Die Kinder ... ihr Geld ...

sein
Wir ... in Berlin ...

klagen
Herr Schmitt, warum ... Sie ...?

klagen
Herr Schmitt, warum ... Sie ...?

Temporale Präposiotion

Ich habe _______ Juni Geburstag

1. im
2. am
3. am

het gaat om een maand (Juni) dus 'im'

________ Winter ist es kalt

1. im
2. am
3. um

Het is 'im'omdat het om een seizoen, de winter, gaat

Ich spiele ________ Freitag Fußball.

1. im
2. um
3. am

Het is 'am' omdat het om een dag (Freitag) gaat.

_______ Mitternacht schlafe ich

1. im
2. am
3. um

kloktijd ( Mitternacht) dus 'um'

Die Prüfung ist morgen _____ neun Uhr

1. im
2. um
3. am

'um' want het is om negen uur, het gaat om een kloktijd.

Es ist warm ______________ Sommer

1. um
2. im
3. am

'im" want het is een seizoen (Sommer)