7.3

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Ga lekker zitten en doe je telefoon in de telefoontas

Wat gaan we vandaag doen?

Opstarten	5 min
Herhalings LessonUp	10 min
Uitleg 7.3 deel 1	10 min
Maken opdracht 27 t/m	10 min
Bespreken opdrachten	10 min
Uitleg 7.3 deel 2	10 min
Afmaken 7.3	15 min

Planning tot aan toets

Vrijdag 31 maart:           Paragraaf 7.2

Donderdag 6 april:       Paragraaf 7.3

Vrijdag 7 april:                Vervalt ivm Goede Vrijdag

Donderdag 13 april:     Paragraaf 7.4

Vrijdag 14 april:              Paragraaf 7.5

Donderdag 20 april:     SO H7 Krachten helemaal

Kracht is een

1. Grootheid
2. Eenheid

Wat is de eenheid van kracht?

1. Watt
2. Newton
3. Centimeter
4. Newton per kilogram

Een krachtmeter met een groot meetbereik heeft een sterke veer.

1. waar
2. niet waar

Lees de grootte van de kracht op de krachtmeter af.
De kracht is...

1. 2,5N
2. 2,2N
3. 2,6N
4. 2,8N

Bekijk de krachtmeters
hiernaast. Welke krachtmeter
heeft het grootste bereik?

1. 1
2. 2
3. 3

Bekijk de krachtmeters
hiernaast. Welke krachtmeter
is het meest nauwkeurig?

1. 1
2. 2
3. 3

Je hangt een gewicht aan een krachtmeter. Door welke kracht rekt de krachtmeter uit?

1. Veerkracht
2. Zwaartekracht
3. Spierkracht

Hoe groot is één schaaldeel?

1. één schaaldeel is 5 streepjes
2. één schaaldeel is 25 N
3. één schaaldeel 1 N
4. één schaaldeel 5 N

Een weegschaal is een voorbeeld van een krachtmeter.

1. waar
2. niet waar

Een kracht kun je tekenen.
Waarmee kun je een kracht in een tekening weergeven?

1. met een punt
2. met een lijn
3. met een pijl

Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?

1. Grootte
2. Richting
3. Aangrijpingspunt
4. Allemaal even belangrijk.

Waarom is een krachtenschaal belangrijk?

1. Dan weet je welke kracht je gaat gebruiken
2. Dan weet je hoeveel krachten er zijn.
3. Dan weet je hoe groot je kracht is.
4. Dan weet je hoe lang je een pijl moet tekenen.

Je moet een kracht tekenen met een grootte van 600 N.

Welke krachtenschaal is het handigst?

1. 1 cm ≙ 0,1 N
2. 1 cm ≙ 1 N
3. 1 cm ≙ 10 N
4. 1 cm ≙ 100 N

Je wil een kracht van 300N tekenen. De krachtenschaal is 1cm = 60N
Hoe lang moet de pijl zijn?

1. 3 cm
2. 4 cm
3. 5 cm
4. 6 cm

krachtenschaal 1 cm = 50 N
vector is 5 cm. Hoe groot is de kracht?

1. 50 N
2. 250 N
3. 125 N
4. 75 N

Aan de slag:

• Wat? Maak 7.2 helemaal behalve ster-opdrachten
• Hoe? Binnen je groep
• Tijd? 15 min
  
• Resultaat? Klassikaal bespreken en hw gemaakt
• Klaar? Maak ook de steropdrachten
• Ook daarmee klaar? Haal een werkblad bij de docent

Open je boek op blz. 125 We lezen samen de tekst

De massa van een auto is 800 kg. Bereken de Zwaartekracht die erop werkt.

De massa van een auto is 800 kg. Bereken de Zwaartekracht die erop werkt.

1. Gegeven:

2. Gevraagd: 

3. Formule:

4. Berekening:

5. Antwoord:

De massa van een auto is 800 kg. Bereken de Zwaartekracht die erop werkt.

1. Gegeven:          m = 800 kg

2. Gevraagd:        

3. Formule:

4. Berekening:

5. Antwoord:

De massa van een auto is 800 kg. Bereken de Zwaartekracht die erop werkt.

1. Gegeven:          m = 800 kg

2. Gevraagd:        Fz = ?  

3. Formule:

4. Berekening:

5. Antwoord:

De massa van een auto is 800 kg. Bereken de Zwaartekracht die erop werkt.

1. Gegeven:          m = 800 kg

2. Gevraagd:        Fz = ?  

3. Formule:           Fz = m x 10

4. Berekening:

5. Antwoord:

De massa van een auto is 800 kg. Bereken de Zwaartekracht die erop werkt.

1. Gegeven:          m = 800 kg

2. Gevraagd:        Fz = ?  

3. Formule:           Fz = m x 10

4. Berekening:    Fz = 800 x 10 = 8000

5. Antwoord:

De massa van een auto is 800 kg. Bereken de Zwaartekracht die erop werkt.

1. Gegeven:          m = 800 kg

2. Gevraagd:        Fz = ?  

3. Formule:           Fz = m x 10

4. Berekening:    Fz = 800 x 10 = 8000

5. Antwoord:        Fz = 8000 N

Aan de slag:

• Wat? Maak 7.3 opdracht 27 t/m 30
• Hoe? Binnen je groep
• Tijd? 10 min
  
• Resultaat? Klassikaal bespreken en hw gemaakt
• Klaar? Maak de rest van 7.3 af
• Ook daarmee klaar? Haal een nakijkmodel bij de docent

29. Bereken de zwaartekracht op een voetbal van 400 gram

30 a en b. Bereken de zwaartekracht die op jou werkt

30 c. Op de maan is de zwaartekracht zes keer kleiner dan op aarde. Bereken de zwaartekracht op jou als je op de maan zou staan

Open je boek op blz. 126 We lezen samen de tekst

Aan de slag:

• Wat? Maak 7.3 helemaal af
• Hoe? Binnen je groep
• Tijd? Tot einde van de les
  
• Resultaat? Klassikaal bespreken en hw gemaakt
• Klaar? Haal een werkblad bij de docent
• Ook daarmee klaar? Haal een nakijkmodel bij de docent