SIGNAALWOORDEN
- ayer (gisteren)
- anteayer (eergisteren)
- anoche (gisteravond)
- la semana pasada (vorige week)
- el mes/año pasado (vorige maand/jaar)
- el otro día (de andere dag)
- en 2016, en abril (in 2016, in april)
- hace una semana/mes/año (een week/maand/jaar geleden)