Bruto

Welkom!
Wie ben ik? 
Wat kom ik doen?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wie ben ik? 
Wat kom ik doen?

Slide 1 - Tekstslide

Financieel hoofdstuk 2
Wat heb je nodig?
  • Laptop
  • Boek
  • Schrift
  • Rekenmachine 
  • Pen

Slide 2 - Tekstslide

De leerdoelen:

  • Met omzet en prijzen rekenen.
  • Met percentages rekenen.

Slide 3 - Tekstslide

2.1 winst berekenen
consumentenprijs
verkooprijs
Inkoopprijs + Brutowinst
brutowinst 
Inkoopprijs
inkoopfactuurprijs

Slide 4 - Tekstslide

2.1 Winst berekenen 
Consumentenprijs
verkoopprijs+BTW
Verkooprijs
Brutowinst 
Inkoopprijs
Inkoopfactuur prijs
inkoopprijs + Btw

Slide 5 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen
  • Bij een normaal (21%) tarief 
 verkoopprijs:100x121= Consumentenprijs

  • Bij een laag (9%) tarief 
 verkoopprijs:100x109= Consumentenprijs

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld:
De verkoopprijs van een telefoon is €750,00. Hoeveel bedraagt de consumentenprijs? (verkoopprijs + btw)

Slide 7 - Tekstslide

Wat moeten we weten?
De verkoopprijs van een telefoon is €750,00. Hoeveel bedraagt de consumentenprijs ?

Slide 8 - Tekstslide

Berekening:
  • 750:100x121= €907,50

Slide 9 - Tekstslide

omzet en afzet
  •  Afzet= aantal verkochte producten
  • omzet= Verkoopprijs x afzet
  • Consumentenomzet = consumentenprijs x afzet

Slide 10 - Tekstslide

2.2 brutowinst
  • Wat zijn marges?
  •  Waar gebruiken bedrijven dit voor?

Slide 11 - Tekstslide

Brutowinst marge en opslag
  •  Verkoopprijs - inkoopprijs = bruto winst
  • Brutowinst : verkoopprijs x100= Brutowinstmarge
  • Brutowinst: Inkoopprijs x 100 = brutowinst opslag

Slide 12 - Tekstslide

Brutowinst opslag
  • inkoopprijs = 100%
  • voorbeeld: brutowinst= 45%
  • verkoopprijs= 145%
  • inkoopprijs :100 x 145 = verkoopprijs 

Slide 13 - Tekstslide

Brutowinstmarge 
voorbeeld:
Er staat een fiets te koop voor €150  (excl. Btw) het bedrijf heeft de fiets gekocht voor €105.
Hoeveel bedraagt het brutowinstmarge?

Slide 14 - Tekstslide

Brutowinstmarge
  • €150-€105=€45 brutowinst
  •  €45:€150x100= 30%

Slide 15 - Tekstslide

Rekenen met omzet 
  • omzet: afzet= verkoopprijs
  • consumentenomzet  : afzet= Consumentenprijs

Slide 16 - Tekstslide

klassikale opdracht



De consumentenprijs van een van een laptop is €500 De inkoopprijs is €250. 

 1.Hoeveel € bedraagt de BTW?
2. Hoeveel € bedraagt de brutowinst?
3. Bereken de brutowinstmarge.

Slide 17 - Tekstslide

uitwerking 1. 
Laptop= hoog tarief
Voorbeeld: consumentenprijs: 121x 21 = BTW bedrag
Uitwerking: 500 : 121 x 21= €86,78

Slide 18 - Tekstslide

uitwerking 2.
stap1: consumentenprijs-Btw= verkoopprijs
stap 2: verkoopprijs- inkoopprijs= brutowinst

stap 1: 500-86,77=€413,23 (verkoopprijs)
stap 2: 413,23-250= €163,23 (Brutowinst)

Slide 19 - Tekstslide

uitwerking 3.
voorbeeld: brutowinst:verkoopprijsx100= brutowinstmarge
uitwerking: 163,23:413,23x100= 39,5%

Slide 20 - Tekstslide

De leerdoelen:

  • Met omzet en prijzen rekenen.
  • Met percentages rekenen.

Slide 21 - Tekstslide

Raadsel:
Twee dokters zeggen dat Peter hun broer is, maar peter zegt dat hij geen broers heeft. 
hoe kan dit?

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting
  • Huiswerk: opdrachten 2.1 - 2.2 
  • Tips en tops.  

Slide 23 - Tekstslide