hfst 2 par 4 Een nieuwe godsdienst

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 1 - Tekstslide


Wat gaan we doen?

  • Herhalen
  • leerdoelen bespreken
  • paragraaf 4 uitleg
  • maken vragen paragraaf 4
  • leerdoelen bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Je weet dat de Romeinen vanaf 15 v. Ch. tot aan de Rijn Nederland veroverden. 
Je weet dat Romeinen in meerdere goden geloofden.

Herhalen
- Rome van klein dorp naar wereldrijk
- De Romeinen waren lang de baas over het wereldrijk
- Gevolgen van de verovering van de Germanen door de Romeinen 
- Besturen van het Romeinse wereldrijk
- Romeinse samenleving
- Voorbeelden van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 3 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Bij Nijmegen (Noviamagus) en Xanten (Castra Vetera) lagen castra. Een castra is een groot fort, meestal voor een legioen. Dit was een leger van ongeveer 6000 soldaten.
Bij Utrecht (Trajectum) lag een castellum. Een castellum is een klein fort, meestal voor een cohort. Dit was een leger van ongeveer 600 soldaten.
De wachttoren die je bij de vorige slide zag, stond bij Vechten (Fectio)
De Tubanten (Tubanti) waren Germanen die in het oosten van het huidige Nederland woonden. De naam kom je tegenwoordig in dit gebied nog regelmatig tegen: de naam Twente is er van afgeleid, net als de naam van de regionale krant Tubantia.
De Bataven woonden in het gebied rond de grote rivieren. Dit gebied heet tegenwoordig de Betuwe, en vermoedelijk komt de naam van de Bataven

Slide 4 - Tekstslide

2.4 Een nieuwe godsdienst

Slide 5 - Tekstslide

Deze keer...
Je weet wat Christenen geloofden.
Je weet dat de Romeinen in het begin Christenen doden. 

Leerdoelen
  • Ik kan beschrijven wat jodendom en christendom voor geloven zijn

  •  Ik kan uitleggen wat de kerk en de bijbel zijn

  • Ik kan uitleggen hoe het christendom belangrijk werd in het Romeinse Rijk

Slide 6 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Slide 7 - Tekstslide

Kaart: Palestina in de tijd van Jezus
Geboorteplaats van Jezus
Ergens in het oosten van het Romeinse rijk lag een klein landje dat weinig betekenis had en waar maar weinig gebeurde. Dat veranderde toen er volgens het Bijbelverhaal ergens in een stal in de plaats Nazareth, in een kribbe, een kindje werd geboren. Maria en Jozef gaven het kindje de naam Jezus. Maria zou een visioen van God hebben ontvangen waarin God aan haar vertelde dat zij een kindje zou krijgen en dat dit het kind van Hem, God, zou zijn. Dit is wat de Bijbel verteld en is onderdeel van het Christelijke geloof. Wat historici wel met zekerheid kunnen zeggen, is dat Jezus echt heeft geleefd.

Slide 8 - Tekstslide


 Christenen


  • De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen
  • Deze naam komt van Christus, dat 'koning' betekent.  Jezus wordt door zijn volgelingen zo genoemd. 
  • Zij geloven in de woorden die Jezus (via zijn leerlingen) aan hen heeft gegeven: 'Iedereen is gelijk voor God en voor ieder goed mens is er een plek in de hemel'.

Slide 9 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. De goede wegen 
en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.

Slaven kregen hoop door het christendom. Als zij goed leefden, kwamen ze in de hemel. Mooi leven na de dood.


Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 10 - Tekstslide

Deze keer...
Je weet wat Christenen geloofden.
Je weet dat de Romeinen in het begin Christenen doden. 

Leerdoelen
  • Ik kan beschrijven wat jodendom en christendom voor geloven zijn

  •  Ik kan uitleggen wat de kerk en de bijbel zijn

  • Ik kan uitleggen hoe het christendom belangrijk werd in het Romeinse Rijk

Slide 11 - Tekstslide

Deze keer...
Je weet wat Christenen geloofden.
Je weet dat de Romeinen in het begin Christenen doden. 


Maken opdrachten 6 t/m 11
blz 72-73
samen nakijken

Maken opdrachten 13 t/m 17
blz 74-75
samen nakijken

klassikaal maken opdrachten 18 t/m 23

Slide 12 - Tekstslide

Bedankt en tot morgen!

Slide 13 - Tekstslide