Unité 4, GR III: Persoonlijk voornaamwoord, page 26-28
Manuel p. 47-48, par. 7.1, 7.2, 7.3 et 7.6
Doel: ik kan in het Frans een persoonlijk voornaamwoord gebruiken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Programme:
Unité 4, GR III: Persoonlijk voornaamwoord, page 26-28
Manuel p. 47-48, par. 7.1, 7.2, 7.3 et 7.6
Doel: ik kan in het Frans een persoonlijk voornaamwoord gebruiken
Slide 1 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Slide 2 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Persoonlijk voornaamwoorden vervangen mensen of zaken:
Voorbeeld:
Louise zingt. --> Zij zingt
Louise chante. --> Elle chante
Mijn vader leest de brief --> Hij leest hem
Mon père lit la lettre --> Il la lit
Slide 3 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Maak ex 24A p. 26
- Onderstreep in elke zin de 2 persoonlijke voornaamwoorden en schrijf de vertaling van de zin op.
Slide 4 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Onderwerp
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Voorbeelden:
Je chante.
Elle chante une chanson.
Nous chantons pour elle.
Slide 5 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Lijdend voorwerp
me
te
le/la/l'
nous
vous
les
Voorbeelden:
Jelle cherche le bonheur.
Jelle le cherche.
Teun cherche ses parents.
Teun les cherche.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Meewerkend voorwerp
me
te
lui
nous
vous
leur
Tip bij ontleden: Het meewerkend voorwerp wordt in het Frans vaak ingeleid door een voorzetsel zoals bijv: à (au, aux). Let op: gaat altijd om personen!
In het Nederlands: aan of voor.
Voorbeelden:
Un fan donne des fleurs à ce chanteur.
Un fan lui donne des fleurs.
Tim donne un cadeau à ses parents.
Tim leur donne un cadeau.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Hoe weet je nou welke vorm je moet gebruiken?
Onderwerp
Lijd. vwp.
Meew. vwp.
me
te
le/la/l'
nous
vous
les
me
te
lui
nous
vous
leur
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Stappenplan!
1. Ontleed de zin
Onderwerp, lijd.vwp. of meew.vwp?
2. Naar welk woord wordt er verwezen?
Mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud?
3. Zet het persoonlijk voornaamwoord in dezelfde vorm.
Slide 10 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Vormen van het persoonlijk voornaamwoord, afhankelijk van de functie in de zin:
Onderwerp
Lijd. vwp.
Meew. vwp.
me
te
le/la/l'
nous
vous
les
me
te
lui
nous
vous
leur
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Slide 11 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Waar plaatsen we het persoonlijk voornaamwoord in de zin?
Als het persoonlijk voornaamwoord een lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervangt, komt het vóór de persoonsvorm te staan.
Je chante la chanson.
Je lachante.
Elle donne un cadeau à sa soeur.
Elle luidonne un cadeau.
UITZONDERING:
Als er ook een infinitief (heel werkwoord) staat, komt het persoonlijk voornaamwoord vóór de infinitief:
Je veux chanter la chanson.
Je veux lachanter.
Slide 12 - Tekstslide
Vervang het onderstreepte zinsdeel. Schrijf de hele zin op.
Les Français aiment beaucoup les films artistiques.
Slide 13 - Open vraag
Vervang het onderstreepte zinsdeel
Les élèves posent des questions à leur prof.
Slide 14 - Open vraag
Vervang het onderstreepte zinsdeel
Olivier donne un ticket de film à sa copine.
Slide 15 - Open vraag
Vervang het onderstreepte zinsdeel
Mes parents vont parler au directeur.
Slide 16 - Open vraag
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Wanneer gebruik je deze persoonlijke voornaamwoorden met nadruk?
Na c'est/ce sont
Qui est là? C'est moi!
Om iets te benadrukken
Elle, elle chante en français.
Na een voorzetsel (avec, chez, sans, pour ...)
Je veux chanter avec toi.
Slide 17 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Een persoonlijk voornaamwoord kan nadrukkrijgen. In dat geval heeft het deze vormen:
moi
toi
lui/elle
nous
vous
eux/elles
Slide 18 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Speciale persoonlijke voornaamwoorden:
En
Vervangt de + zelfstandig naamwoord. Betekent meestal: er(van), erover.
Stromae chante de sa vie. Stromae zingt over zijn leven.
Stromae en chante. Stromae zingt erover.
LET OP:
Als er een hoeveelheidswoord vóór het zelfstandig naamwoord staat, dan blijft dat staan.
Nike a vendu beaucoupde baskets.
Nike en a vendu beaucoup.
Slide 19 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel