mh1c 1-2

HV1C
Get your book!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HV1C
Get your book!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What are you going to do?
Grammar; question tags
Working on exercises
Speaking

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tag questions

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

you don't want to play, do you?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke werkwoorden worden onder andereherhaald in de tag?
-To be 
-To do
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Go to 4.2 ex. 3
We are going to do this exercise together
Done? exercise 4,5 & 6! --> Alone!


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speaking!
Two truths and a lie
- Within 2 minutes, come up with two truths and a lie
-After these two minutes, tell your neighbor your two truths and a lie
- Let your neighbor guess which is the lie!
- Switch once you've guessed the lie
Write and speak in English!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Question tags
She sings beautifully,____?

A
isn't it?
B
doesn't she?
C
didn't she
D
don' t she

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Question Tags
Waarom gebruiken de Engelsen een Question Tag?
A
Daarmee stel je een vraag.
B
Om de vraag nogmaals kort te herhalen.
C
Om om bevestiging te vragen.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt de question tag?
Sue wasn't sick,............?
A
was Sue
B
wasn't sue?
C
was she
D
wasn't she

Slide 14 - Quizvraag

Het werkwoord in de zin ( gedeelte voor de komma) staat zmet not. Dan moet dit werkwoord in tag zonder not.

Sue is een naam en die mag niet in de tag voorkomen. Sue is een she
Question tags.
She is 35, .............. ?
A
is she
B
isn't she
C
does she
D
doesn't she

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Homework!
(4.2: ex. 4,5,6 if you didn't finish them in class)
4.3: ex. 2, 3A, 4A+B, 5A &6

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies