3) Stelling: Als je denkt dat je het kunt, is de kans op succes groter (eens / oneens? waarom?)
Slide 2 - Tekstslide
Le programme:
- Controle leerwerk vocabulaire E
- Huiswerk bespreken
- F, lire
Slide 3 - Tekstslide
Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je een tijdschriftartikel over winkelen begrijpen
- Aan het einde van de les weet je hoe je het onderwerp van een tekst vindt
Slide 4 - Tekstslide
Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?
Slide 5 - Tekstslide
Overhoring vocabulaire E
Open je aantekeningenschrift op een lege bladzijde en pak een blauwe en gekleurde pen.
Slide 6 - Tekstslide
Vertaal de woorden:
1) Het strand
2) Morgen
3) Zoeken
4) Maar
5) Hoeveel
6) Het kind
7) Het probleem
8) Kijken naar
Slide 7 - Tekstslide
Vertaal de woorden:
1) Het strand = la plage
2) Morgen = demain
3) Zoeken = chercher
4) Maar = mais
5) Hoeveel = combien
6) Het kind = l'enfant
7) Het probleem = le problème
8) Kijken naar = regarder
Slide 8 - Tekstslide
Hoe ging dit?
Wist je de lidwoorden en accenten?
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 77.
Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.
Les devoirs = ex. 20ABC + 21 + 22A + ex. blz. 77
Slide 10 - Tekstslide
F, lire
Ouvre le livre à la page 80
Slide 11 - Tekstslide
Tekstoriëntatie:
- Kijk naar de titel, inleiding en plaatjes... Waar gaat de tekst over?
- Klassikaal lezen we de tekst, markeer de belangrijkste informatie
Slide 12 - Tekstslide
TUYAU à la page 80
Slide 13 - Tekstslide
Uitspraak vocabulaire F
Wat? Je hoort de Franse woorden van F. Klassikaal herhaal je dit woord hardop.
Slide 14 - Tekstslide
Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 23 + 24BCD
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Prêt (klaar)? Apprendre vocabulaire F (Slim stampen). Oortjes mee? Beluister het audiofragment van F. Je kunt nu ook het eerdere leerwerk herhalen (A+B+C+D+E)