Het maken en begrijpen van een volkslied

Het maken en begrijpen van een volkslied

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een volkslied is, hoe het wordt gebruikt en hoe je er zelf een kunt maken.

Introductie van het doel van de les.

Wat weet je al over volksliederen?

Wat is een volkslied?

Een volkslied is een lied dat het volk vertegenwoordigt en vaak wordt beschouwd als een nationaal symbool.

Definitie geven van een volkslied.

Functie van een volkslied

Een volkslied heeft als functie om het nationale gevoel en de identiteit te versterken.

Uitleg over de functie van een volkslied.

Wanneer wordt het gebruikt?

Een volkslied wordt meestal gespeeld bij belangrijke nationale gebeurtenissen, zoals sportevenementen of nationale feestdagen.

Bespreken wanneer een volkslied wordt gebruikt.

Hoe maak je een volkslied?

Een volkslied kan worden gemaakt door het schrijven van een liedtekst die de nationale identiteit en trots uitdrukt, met een melodie die gemakkelijk te zingen is en herkenbaar is voor het publiek.

Uitleggen hoe een volkslied gemaakt kan worden.

Voorbeelden van volksliederen

Voorbeelden van volksliederen zijn het Wilhelmus en La Brabançonne.

Voorbeelden geven van bestaande volksliederen.

Maak je eigen volkslied

In groepjes van twee of drie kun je nu aan de slag gaan met het maken van je eigen volkslied. Denk goed na over de tekst en de melodie!

Opdracht geven aan de leerlingen om in groepjes hun eigen volkslied te maken.

Presenteer je volkslied

Elke groep presenteert nu hun volkslied aan de klas. Veel plezier!

Gelegenheid geven aan de leerlingen om hun volkslied te presenteren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.