Quiz Duits

Das Deutschlandquiz
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Das Deutschlandquiz

Slide 1 - Tekstslide

Wat is geen Duitse automerk?

A
Audi
B
Porsche
C
Volkswagen
D
KIA

Slide 2 - Quizvraag

Welke rivier is de langste rivier van Duitsland?
A
Donau
B
Weser
C
Rhein
D
Waal

Slide 3 - Quizvraag

Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikandel met mayo curry en uitjes

Slide 4 - Quizvraag

Een leerling zegt dat hij het vak "Physik" heel leuk vind. Welk vak is dit?
A
aardrijkskunde
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
biologie

Slide 5 - Quizvraag

Okterberfest is ………..
A
een Koninginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 6 - Quizvraag

Wer ist kein Einwohner von Deutschland?
A
Frankfurter
B
Berliner
C
Hamburger
D
Schnitzel

Slide 7 - Quizvraag

Welches Lied hörst du?
A
Leuchtturm- Nena
B
99 Luftballons- Nena
C
Liebe ist- Nena
D
Atemlos durch die Nacht- Helene Fischer

Slide 8 - Quizvraag

Welche Marke kommt nicht aus Deutschland?
A
Dr. Oetker
B
Lipton
C
Haribo
D
Lidl

Slide 9 - Quizvraag

Welche Marke ist Deutsch?
A
Dove
B
L'Oreal
C
Nivea
D
Rituals

Slide 10 - Quizvraag

Was ist der häufigste Nachname in Deutschland?
A
Janßen
B
Müller
C
Schmidt
D
Schneider

Slide 11 - Quizvraag

Wie heißt dieses Gebäude und wo steht es?
A
der Bundestag in Berlin
B
der Reichstag in Berlin
C
der Reichstag in Köln
D
der Bundestag in Frankfurt

Slide 12 - Quizvraag

Deutschland ist
A
Dreimal größer als die Niederlande.
B
Sechsmal größer als die Niederlande
C
Neun mal größer als die Niederlande.
D
Viermal größer als die Niederlande

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen Duits woord?
A
Hallo
B
verdienen
C
antworten
D
zitten

Slide 14 - Quizvraag

Dit is:
A
die Käse
B
der Kaas
C
der Käse
D
das Kase

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je deze letter?
A
gewoon: B
B
gewoon: S
C
apenstaartje
D
Ringel - s

Slide 16 - Quizvraag

Der Schlumpf
zegt iets over:
A
Nieuwjaar
B
Kerstmis
C
Carnaval
D
Verjaardag

Slide 17 - Quizvraag

Welke voetbalclub is niet Duits?
A
FC Bayern München
B
Basel FC
C
1. FC Nürnberg
D
Stuttgarter Kickers

Slide 18 - Quizvraag

Is in België Duits ook een officiële taal?
A
ja
B
nee
C
misschien
D
soms

Slide 19 - Quizvraag

Welke is de Duitse vlag?
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Wat wordt opengemaakt?
A
das Haus
B
das Tor
C
die Tür
D
Guten Abend!

Slide 21 - Quizvraag

Het Duitse woord 'bellen' betekent in het Nederlands:
A
telefoneren
B
de klok luiden
C
bim bam bom
D
blaffen

Slide 22 - Quizvraag

Bij één rood bolletje staat geen naam. Deze stad is...
A
Düsseldorf
B
Kiel
C
Stuttgart
D
Berlin

Slide 23 - Quizvraag

Das ist...
A
ein Stier
B
ein Affe
C
eine Kuh
D
ein Dromedar

Slide 24 - Quizvraag

Welk gebouw ligt niet in Duitsland?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Waar maakt hij reclame voor?
A
worstelen
B
wasmiddel
C
worstenbroodjes
D
witte t-shirts

Slide 26 - Quizvraag

Welk logo hoort bij welk Duits automerk?
Trabant
Audi
Mercedes
Porsche

Slide 27 - Sleepvraag

Das ist
A
ein Flamingo
B
ein Papagei
C
ein Huhn
D
ein Kanarienvogel

Slide 28 - Quizvraag

Das ist
A
ein Einfamilienhaus
B
ein Zweifamilienhaus
C
ein Hochhaus
D
ein Fachwerkhaus

Slide 29 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
Englisch
B
Niederländisch
C
Chinesisch
D
Spanisch

Slide 30 - Quizvraag

Voor welk snoep wordt hier géén reclame gemaakt?
A
Haribo
B
Fruitella
C
Haribo
D
Haribo

Slide 31 - Quizvraag

Het steenkolen Duits van de Nederlanders.
Welke zin is wel goed Duits?
A
Vielen Dank für die Ausnötigung!
B
Ich schnappe hier kein Barst von!
C
Halten sie voll! Ich komme da an.
D
Das Spiel wurde abgesagt.

Slide 32 - Quizvraag

Das ist eine Erdbeere.
A
B
C
D

Slide 33 - Quizvraag

Wer ist kein Deutscher Schlagersänger?
A
B
C
D

Slide 34 - Quizvraag

Nog een keer steenkolen Duits.
Welke zin is wel goed Duits?
A
Ich bin jetzt ganz in der War.
B
Was für ein flauer Küll.
C
Ich bin ganz Ihrer Meinung.
D
So eine Stummität!

Slide 35 - Quizvraag

Das ist ....
A
eine Giraffe
B
eine Spinne
C
ein Affe
D
ein Pferd

Slide 36 - Quizvraag

Der Mann spielt
A
Tennis
B
Handball
C
Fußball
D
Volleyball

Slide 37 - Quizvraag