Present simple de basis

Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd

Slide 1 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present simple?

Slide 2 - Woordweb

to be
to have
have
is
has
am
are

Slide 3 - Sleepvraag

TO BE
am
are
is
you 
they
we
he/she/it
you
I

Slide 4 - Sleepvraag

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
ww + -ed
B
stam (bij I, you, we, they) stam + s (bij he, she, it)
C
vorm van to be + ww + -ing

Slide 5 - Quizvraag

Present Simple
A
He travels to work four times a week.
B
He travelled to work four times a week.
C
He is travelling to work.
D
He has travelled to work.

Slide 6 - Quizvraag

Present Simple
A
Lucy lives in London.
B
Lucy lived in London.
C
Lucy is Living in London.
D
Lucy has lived in London.

Slide 7 - Quizvraag

Ik snap wanneer je de present simple moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Ik kan een zin maken in de present simple
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

She ... (work) at a supermarket.

Slide 10 - Open vraag

I .... (speak) French fluently.

Slide 11 - Open vraag

Maak een zin met:
I - walk - school

Slide 12 - Open vraag

My sister - bake - cake - every Saturday

Slide 13 - Open vraag

Ik weet wat de present simple is
010

Slide 14 - Poll

Ik kan de present simple toepassen
0100

Slide 15 - Poll

Ik kan zelf zinnen in de present simple zetten
010

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Video