Burgerschap : Je inleven in een ander

Je inleven in een ander
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Je inleven in een ander

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
  • Je leert de betekenis van het woord empathie.
  • Je leert dat je je empathie kan vergroten door er over te leren en er oefeningen mee te doen.
  • Je ervaart het verschil dat empathie kan maken in een spel.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gebeurt hier?
Hoe komt dat, denk je?

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent volgens jullie empathie?

Overleg in tweetallen en vertel het zo aan de rest van de klas.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is "inleving"?
Als je jezelf goed kunt inleven in een ander, dan kun je invoelen wat een ander voelt, daar begrip voor tonen en iemand tot steun zijn.

Inleven = empathie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

                         Fragment kijken
Kijkopdracht:
Probeer je eens in te leven in Janneke.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Inleven in een ander
  1. Was het makkelijk om je in te leven in deze situatie?

  2. Wat maakte het makkelijk?

  3. Wat maakte het nog lastig?

Slide 9 - Tekstslide

Inleven: je kunnen voorstellen hoe iemand anders zich voelt.
Bemoeien: je bezig houden met iets waar je niks mee te maken hebt!

Slide 10 - Tekstslide

Inleven
Bemoeien
Wat zou hij ervan vinden?
Hoe vindt zij dat?
Wat zou ze voelen?
Hoe zou hij dat doen?
Hij bemoeit zich altijd met mijn werk.
Ze laat me niet met rust.
Hij bepaalt altijd hoe ik het moet doen.
Zal ik me met die ruzie bemoeien?

Slide 11 - Sleepvraag

Noem 2 voorbeelden wanneer jij je inleeft in een ander?

Slide 12 - Open vraag

Ontwikkeling
Door de ontwikkeling van het empathisch vermogen worden: 

  • Relaties worden beter en sterker.
  • Samenwerking gaat beter.

Slide 13 - Tekstslide

Situatie bespreken
Ieder krijgt in het tweetal een kaartje met een situatie.

1. De leerling die de situatie voorleest, verteld hoe hij/zij zou reageren in deze situatie.
2. Daarna reageert de ander hierop.
3. Jullie kiezen samen voor de beste reactie.




Slide 14 - Tekstslide

Situatie spelen
Je kiest met je groepje 1 situatie uit die je gaat naspelen.

1. Speel de situatie.

2. Speel de voor jullie beste reactie op de situatie.

Dan gaan we het nabespreken met de klas.

Slide 15 - Tekstslide

Vragen om je in te leven in een ander

Welke vragen kun je jezelf stellen als je je wil inleven in een ander (ook in personen waar je van nature minder een klik mee hebt)?

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Hoe zou ik me voelen als ik dat mee zou maken?
  • Wat zou ik doen als ik in die situatie zat?
  • Hoe zou ik reageren als mij dat overkwam?
  • Wat kan maken dat iemand zo reageert?
  • Hoe zou ik het vinden als iemand zo tegen mij zou
    doen?
  • Hoe zou ik willen dat iemand zou reageren?
  • Hoe zou ik het vinden als dat mijn beste vriend,
    vriendin, zus, broer overkwam?
  • Hoe zou ik het vinden als iemand zo tegen mij
    deed zoals ik net tegen hem/haar heb gedaan?

Slide 17 - Tekstslide