In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Ik kan:
werkwoorden in de gebiedende wijs correct spellen.
werkwoorden in de alle vormen en tijden correct spellen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Gebiedende wijs
In een zin in de gebiedende wijs staat geen onderwerp. De gebiedende wijs is hetzelfde als de ik-vorm van het werkwoord en die staat op de eerste plaats in de zin.
Slide 4 - Tekstslide
Verschillende toepassingen
bevel
advies
opdracht/instructie
waarschuwing
verbod
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht
Bedenk zelf (!) 2 voorbeelden van een toepassing van de gebiedende wijs van:
- instructie
- waarschuwing
Let erop dat je de zin uit meer dan 3 woorden laat bestaan.
Vul steeds de juiste vorm van het werkwoord in. Als de tijd niet uit de zin blijkt en er niet achter staat, gebruik je de tegenwoordige tijd.
(beloven) ________________ nooit aan iemand die problemen heeft dat jij die kunt oplossen.
Slide 10 - Open vraag
(redden, TT) ______________ je het wel om nog voor het eten weer thuis te zijn?
Slide 11 - Open vraag
(ervaren) Kom naar onze nieuwe sauna en _____________ de rust!
Slide 12 - Open vraag
(bestellen) Liz wilde een telefoon _____________________ via internet, maar de site liep steeds vast.
Slide 13 - Open vraag
Geke ...................................... van de nieuwste bioscoopfilms. (houden)
Slide 14 - Open vraag
Ze ......................... dan ook veel films van het internet. (downloaden)
Slide 15 - Open vraag
Heb jij weleens een film ...................................... via iTunes of Netflix? (streamen)
Slide 16 - Open vraag
Downloaden is het binnenhalen van informatie op een computer. ..................................................je bestanden, dan verstuur je juist informatie naar een andere computer. (uploaden)
Slide 17 - Open vraag
Noodweer ............................................. grote delen van Zuidoost-Azië. In Maleisië, SriLanka en Thailand zijn tientallen mensen omgekomen. (teisteren)