Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 - week 11 - les 1 (vraagzinnen herhalen en vraagzinnen met vraagwoord)
H3
Week 11
Les 1
P. Budel
Bonjour
1 / 10
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
10 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H3
Week 11
Les 1
P. Budel
Bonjour
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
- Boeken, schrift, stencilboekje, pen klaarleggen
- Vraagzinnen deel 1 herhalen
- Vraagzinnen deel 2 starten
Slide 2 - Tekstslide
Vraagzinnen
TB 44
WB 115
Stencilboekje
blz 6: aantekeningen
blz 7: opdracht 1
blz 8: opdracht 2
Delen van vraagzinnen
Deel 1: zonder vraagwoord
Deel 2: met vraagwoord
Slide 3 - Tekstslide
Vraagzinnen zonder vraagwoord
Manier 1: ?
Manier 2: Est-ce que
Manier 3: inversie
Voorbeeld:
1. Vous
parlez
hollandais?
2.
Est-ce que
vous
parlez
hollandais?
3.
Parlez
-
vous hollandais?
Voorbeeld:
1. Tu
manges
la soupe?
2.
Est-ce que
tu
manges
la soupe?
3.
Manges
-
tu la soupe?
Slide 4 - Tekstslide
Uitzonderingen
1. Elle
prend
des tomates?
2.
Est-ce qu'
elle
prend
des tomates?
3.
Prend
-
elle des tomates?
1. Il
va
au collège?
2.
Est-ce qu'
il
va
au collège?
3.
Va
- T -
il au collège?
Klinkerbotsing
E
A
O
U
I
Y
H
Slide 5 - Tekstslide
Werkboek blz 115, opdr 31CD
Slide 6 - Tekstslide
Vraagzinnen met vraagwoord
Quand
Wanneer
Qui
Wie
Quelle
Welk(e)
Qu'est-ce que
Wat
Combien
Hoeveel
Comment
Hoe
Pourquoi
Waarom
Où
Waar
Slide 7 - Tekstslide
4 manieren
1.
Onderwerp
/
persoonsvorm
/ (rest) /
vraagwoord
Tu
habites
où
?
2.
Vraagwoord
/
onderwerp
/
persoonsvorm
/ (rest)
Où
tu
habites
?
3.
Vraagwoord
/
est-ce que
/
onderwerp
/
persoonsvorm
/ (rest)
Où
est-ce que
tu
habites
?
4.
Vraagwoord
/
persoonsvorm
/
onderwerp
/ (rest)
INVERSIE
Où
habites
-
tu
?
Slide 8 - Tekstslide
4 manieren
1.
Onderwerp
/
persoonsvorm
/ (rest) /
vraagwoord
Elle
a
un frère
pourquoi
?
2.
Vraagwoord
/
onderwerp
/
persoonsvorm
/ (rest)
Pourquoi
elle
a
un frère ?
3.
Vraagwoord
/
est-ce que
/
onderwerp
/
persoonsvorm
/ (rest)
Pourquoi
est-ce q
u'
elle
a
un frère
?
4.
Vraagwoord
/
persoonsvorm
/
onderwerp
/ (rest)
INVERSIE
Pourquoi
a
- T -
elle
un frère
?
Slide 9 - Tekstslide
Au travail!
Huiswerk volgende les
Leren: I (tb 44) en deze aantekening
Maken: aantekeningen op blz 6 van je stencilboekje schrijven.
Maken: stencilboekje blz 8, opdracht 2
Maken: opdr 32A (wb blz 116)
Slide 10 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H3 - week 11 - les 2 (vraagzinnen, alles herhalen)
Maart 2021
- Les met
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
VG3A Ma 23/01 nakijken opdr vraagzinnen/vraagwoorden
Januari 2023
- Les met
11 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
VG3A ma 16 jan
Januari 2023
- Les met
10 slides
Mardi, le 30 octobre 2018
Juli 2022
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
31/3 2vwo chap 5 ontkenning + poser des questions
Maart 2022
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Lundi, le 5 novembre 2018
November 2017
- Les met
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Ontkenning en vraagzin maken Frans | VWO2
Maart 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 4 - Chapitre 5 - Grammaire A
April 2024
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4