3.1 Krachten herkennen

H3 Krachten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 Krachten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
  • de drie effecten van een kracht herkennen.
  • vijf soorten krachten herkennen: spierkracht, veerkracht, spankracht, zwaartekracht en magnetische kracht.
  • krachten tekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Krachten herkennen
Krachten kan je niet zien, maar de gevolgen ervan wel. 
Krachten herken je aan de drie effecten die ze kunnen hebben:
  • de grootte van de snelheid verandert 
  • de richting van de snelheid verandert
  • de vorm van een voorwerp verandert

Slide 3 - Tekstslide

Grootte van de snelheid veranderd

Slide 4 - Tekstslide

Richting van de snelheid veranderd

Slide 5 - Tekstslide

De vorm van het voorwerp veranderd

Slide 6 - Tekstslide

Hier zie je een effect van spierkracht.

Welk effect op de kogel?
A
de vorm verandert
B
de grootte van de snelheid verandert
C
De richting van de snelheid verandert

Slide 7 - Quizvraag

Hier zie je een effect van spierkracht.

Welk effect op het blokhout?
A
de vorm verandert
B
de grootte van de snelheid verandert
C
De richting van de snelheid verandert

Slide 8 - Quizvraag

Soorten krachten

Slide 9 - Tekstslide

Spierkracht, Fspier
De spierkracht is de kracht die je met je spieren uitoefent. Bij voetballen geeft de spierkracht de bal een snelheid. Een zeiler gebruikt zijn spierkracht om het zeil op te hijsen.

Slide 10 - Tekstslide

Veerkracht, Fv
De veerkracht is de kracht die een gespannen veer of elastiek uitoefent. Een katapult schiet een steentje weg door de veerkracht. 

Slide 11 - Tekstslide

Spankracht, Fs
Wanneer jij aan een touw trekt komt het touw strak te staan. Je kunt wel harder trekken, maar het touw trekt net zo hard terug. In het touw heb je een spankracht

Slide 12 - Tekstslide

Zwaartekracht Fz
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.

Slide 13 - Tekstslide

Magnetische kracht, Fm
Wanneer je twee verschillende polen van een magneet bij elkaar houdt trekken ze elkaar aan en twee dezelfde polen stoten elkaar af.

Slide 14 - Tekstslide

Spankracht
A
in een veer
B
in een kabel
C
in een touw
D
van een ondergrond

Slide 15 - Quizvraag

Iemand in de sportschool tilt een zware halter op. welke kracht gebruikt hij?
A
veerkracht
B
spierkracht
C
magnetische kracht

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor kracht
wordt gebruikt?
A
Spierkracht
B
Veerkracht
C
Zwaartekracht
D
Magnetische kracht

Slide 17 - Quizvraag

Welke krachten werken er in dit plaatje? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Spierkracht
B
Zwaartekracht
C
Spankracht
D
Magnetische kracht

Slide 18 - Quizvraag

Noteer de kracht uit het plaatje
A
spierkracht
B
windkracht
C
magnetische kracht
D
motorkracht

Slide 19 - Quizvraag

Je probeert 2 magneten tegen elkaar te duwen maar dat lukt niet. Welke kracht is hier het grootst?
A
spierkracht
B
magnetische kracht

Slide 20 - Quizvraag

Krachten tekenen

Altijd als een pijl.
Heeft een aangrijpingspunt
Heeft een groote
Heeft een richting

Massamiddelpunt

Slide 21 - Tekstslide

Is de kracht hiernaast goed getekend?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

KRACHTEN TEKENEN WE ALS
A
EEN STREEP
B
EEN PUNT
C
EEN PIJL
D
EEN VIERKANT

Slide 23 - Quizvraag

Opdrachten maken

3.1
Opdracht 1 t/m 15




Slide 24 - Tekstslide