03 Wegen van Navolging - Christendom - les 3

Huiswerk 11-9-2020
Het huiswerk voor de les van vrijdag 11 september 2020 is het volgende:
- lezen pagina's 15 tot en met 19 (hoofdstuk 2)
- maken de opdrachten 1 & 2 van het werkboek
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk 11-9-2020
Het huiswerk voor de les van vrijdag 11 september 2020 is het volgende:
- lezen pagina's 15 tot en met 19 (hoofdstuk 2)
- maken de opdrachten 1 & 2 van het werkboek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
A. Je kent de symbolen uit het Christelijk geloof
B. Je kent de christelijke rituelen en feesten uit het Christendom

Slide 2 - Tekstslide


Terugblik vorige lessen

Slide 3 - Tekstslide

Deze foto is gemaakt in een .....
A
katholieke kerk
B
protestantse kerk

Slide 4 - Quizvraag

waarom dragen mensen een kruisje?
A
het kruis betekent overwinning op de dood en verdriet
B
omdat dit moet als je naar de kerk gaat
C
omdat ze dit stoer vinden
D
Omdat dit het oudste christelijke symbool is

Slide 5 - Quizvraag

Bij welke wereldgodsdienst hoort dit symbool?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Hindoeïsme
D
Islam

Slide 6 - Quizvraag

 1 Christelijke rituelen
  • Wat zijn rituelen? 
  • Rituelen zijn symbolische handelingen

  • In de kerk noemen we rituelen ook wel heilige handelingen of sacramenten

Lees blz. 15 van je boek

Slide 7 - Tekstslide

Rituelen, wat heb je eraan?

Slide 8 - Tekstslide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden van heiligen in de kerk, die soms worden vereerd.

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 9 - Tekstslide

Anglicaanse kerk
Anglicanus = Engels 

Hiermee steunde Engeland onbedoeld de reformatie. Deels komt het wel overeen met het katholieke geloof, maar ze waren wel afgescheiden van de katholieke kerk. 
In Nederland zijn er 12 Anglicaanse kerken nu.

Slide 10 - Tekstslide

Godsdienstig ritueel
  • woorden: "Ik doop je..."
  • daden: water over hoofd, zegen
  • symbool: water
  • diepere betekenis: water = schoon zijn van slechte dingen
  • band: bij God en de christenen horen

Slide 11 - Tekstslide

1. Welke sacramenten kent de protestantse kerk?
A
Doop en eucharistie
B
Doop en avondmaal
C
Doop en huwelijk
D
Doop en belijdenis

Slide 12 - Quizvraag

Welk van deze zijn overgangsrituelen?
A
Verjaardag
B
Doop
C
Begrafenis
D
Naar school gaan

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de overeenkomsten tussen de protestanten en katholieken?
A
Geloof in God, biecht en carnaval
B
Geloof in God, Bijbel, doop
C
Bijbel, avondmaal vieren en maria vereren
D
De doop, carnaval en de Bijbel

Slide 14 - Quizvraag

Wat symboliseert de doop? (zeg het met twee woorden!!)

Slide 15 - Open vraag

Sacramenten
  • Sacramenten zijn christelijke rituelen bij belangrijke momenten in het leven;
  • "Sacrament" komt uit het Latijn (sacer) en betekent "heilig";
  • Symbolen spelen een belangrijke rol bij sacramenten;
  • Sacramenten maken het voor gelovigen mogelijk God te ervaren en te ontmoeten;
  • De protestantse kerk kent 2 sacramenten, de katholieke kerk kent er 7.

Slide 16 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • polytheïsme
  • monotheïsme
  • christendom
  • Christus/Messias
  • catacomben
  • vervolgen
  • staatsgodsdienst

Slide 17 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Jezus van Nazareth
  • Nero
  • Constantijn de Grote
  • Theodosius I de Grote

Slide 18 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 63 v. Chr.: Romeinen veroveren de streek Palastina
  • 30 n. Chr. Jezus wordt door de Romeinen gekruisigd
  • 312: Constantijn de Grote staat het christendom toe
  • 380: het christendom wordt staatsgodsdienst onder Theodosius

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk 18-9-2020
Het huiswerk voor de les van vrijdag 18 september 2020 is het volgende:
- lezen pagina's 20 tot en met 26 (hoofdstuk 2)
- maken de opdrachten 3 t/m 6 van het werkboek

Slide 22 - Tekstslide