3.3.1 : Wat is criminaliteit?

3.3 Criminaliteit

Les 2: Herhaling en opdrachten
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.3 Criminaliteit

Les 2: Herhaling en opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Thema 3.3

10 weken
9 lessen (week 9 niet op maandag)
gastles Officier van Justitie (week 4 of 5)

Afsluiting: 
PTA TOETS 90 minuten in de week van 17 april (week 10)

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet ik weten en kunnen?

Weten wat het verschil is tussen overtredingen en misdrijven en hiervan voorbeelden kunnen noemen.
Weten wat het verschil is tussen immateriële (niet-materiële) schade en materiële schade.
Weten dat criminaliteit een maatschappelijk vraagstuk is.

Slide 3 - Tekstslide

timer
3:00
criminaliteit

Slide 4 - Woordweb

Criminaliteit is

Alles wat door de wet strafbaar is gesteld

Wetten of rechtsregels zijn geschreven regels
Fatsoensnormen zijn ongeschreven regels





Criminaliteit = Maatschappelijk probleem





Veel mensen last van
Verschillende meningen
Overheid heeft er mee te maken
Media aandacht

Slide 5 - Tekstslide

Wetten zijn tijdgebonden
  • Spugen was vroeger een misdrijf

  • Sinds 1970 is overspel niet meer strafbaar

  • Tegenwoordig is hacken van computers strafbaar

  • Vroeger stonden er gevangenisstraffen op homoseksualiteit

Slide 6 - Tekstslide

Wetten zijn plaatsgebonden
  • In Nederland is abortus en euthanasie toegestaan

  • In Nederland mogen homo’s met elkaar trouwen

  • (Vuur)wapens zijn in Nederland verboden

  • Nederland kent geen doodstraf

Slide 7 - Tekstslide

Overtreding of misdrijf?

Misdrijven → ernstige strafbare feiten waar je een gevangenisstraf of taakstraf voor krijgt. Strafblad

Overtredingen → strafbare feiten die minder erg zijn. Het gaat vaak om regels die als doel hebben om wanorde te voorkomen, bijvoorbeeld verkeersregels.







Slide 8 - Tekstslide

Verschil tussen materiële en niet- materiële schade


materiële schade:
schade die je kunt berekenen in geld

niet- materiële (immateriële) schade: 
gevolgen die je niet kunt uit drukken in geld.
Gevoelens behoren tot niet-materiële schade. 
Bijvoorbeeld je bent bang thuis na een inbraak, of verdrietig omdat er foto's zijn gestolen.
Schade die in geld uit te drukken is,  is materiële schade.
Vervangen van een gestolen auto kost geld.
Materiële schade kan bijvoorbeeld ook zijn dat je meer geld aan de verzekering moet betalen. 

Als er meer diefstallen zijn, is er meer schade en zal de verzekeringen meer premie vragen.
Ondanks dat een ring materiële schade is, ( je kan hem met geld vervangen) zou hij ook onder niet-materiële schade kunnen vallen.

Stel je hebt de ring van je oma die is overleden gekregen. Dan heeft de ring een emotionele (niet-materiële) waarde. 
Voorbeelden van schade. Klik op      bij de plaatjes en lees de uitleg.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is criminaliteit?
A
Alle misdadigers bij elkaar
B
alle misdrijven in een land
C
Alles wat door de wet strafbaar is gesteld
D
alle overtredingen in een land

Slide 10 - Quizvraag

Is brandstichting een overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 11 - Quizvraag


 Misdrijf of overtreding?
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 12 - Quizvraag

Snoepje stelen bij de Kruidvat. Overtreding, misdrijf of niet strafbaar?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een overtreding?
A
Je pakt iets uit een winkel zonder te betalen.
B
Je fietst door rood licht.
C
Je slaat je vrouw/man.
D
Je rijdt auto met 8 glazen alcohol op.

Slide 14 - Quizvraag

Misdrijf of overtreding?
Fiets stelen
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 15 - Quizvraag