Deel 6b, blok 4, week 2 Les 4 kommagetallen op volgorde zetten

Opgave o
Ik weet wat deze tekens >, < en = betekenen en kan er mee rekenen.

> groter dan
< kleiner dan
= gelijk aan
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Opgave o
Ik weet wat deze tekens >, < en = betekenen en kan er mee rekenen.

> groter dan
< kleiner dan
= gelijk aan

Slide 1 - Tekstslide

samen

> groter dan
< kleiner dan
= gelijk aan

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

nu jij

> groter dan
< kleiner dan
= gelijk aan

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Sleepvraag

lesdoel
ik kan kommagetallen in een context vergelijken/op volgorde zetten

Wat is meer:
4,35 kg of 4,150 kg

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Welke zak is zwaarder?
B
A
A
zak A
B
zak B

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


A
3,15 kg
B
3,145 kg

Slide 15 - Quizvraag


A
2,069 kg
B
2,617 kg

Slide 16 - Quizvraag


A
2,61 kg
B
2,063 kg

Slide 17 - Quizvraag


A
5,713 kg
B
5,725 kg

Slide 18 - Quizvraag


A
3,068 kg
B
3,086 kg

Slide 19 - Quizvraag


A
1,505 kg
B
1,5 kg

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Rekenen



Opgave 1 L
 Deel 6b, blok 4, week 2
Les 4

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link