4.2 en 4.4 Absolutisme en Ancien Régime

4.2 en 4.4
Absolutisme en Ancien Régime
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

4.2 en 4.4
Absolutisme en Ancien Régime

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PO controle!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
Leren hoe Frankrijk werd bestuurd en hoe de Franse samenleving eruit zag vóór de Franse Revolutie.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1649 - La Fronde

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Franse koning vergroot zijn macht
  • --> Lodewijk XIV heeft groot wantrouwen naar de adel.
  • Lodewijk XIV: L'état, c'est moi.
  • Droit devin: Macht van God gekregen, mag dus alles zelf bepalen.
  • Absolute macht om wetten te bepalen: absolutisme.
  • Paleis in Versailles waar iedereen hem moest eren.
  • Adel moest gehoorzamen aan de koning, veel edellieden werden opgesloten.
  • 1685: Herroeping Edict van Nantes: protestantisme wordt verboden.
  • --> 200.000 protestanten vluchten Frankrijk uit.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak in je werkboek van 4.2 opdracht 18, 19, 20 en 27.
Je mag samenwerken.
Je hebt voor nu tien minuten de tijd.


Klaar? Maak ook alvast van 4.4 opdracht 60, 71, 72, 73 en 74.
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf alles op wat je op deze afbeelding ziet.
De standenmaatschappij
De Eerste Stand: geestelijkheid
  • Paus, bisschoppen, monniken, kardinalen, priesters, dominees.
  • Taak: bidden voor de wereld, helpen bij bestuur, zorg voor armen en zieken, bijbelverhalen uitleggen.
De Tweede Stand: adel
  • Ridders, hertogen, graven, koningen, jonkvrouwen.
  • Taak: besturen en beschermen van het volk.
De Derde Stand: boeren en burgers
  • 90% v.d. bevolking: boeren, handelaren, ambachtslieden, bankiers, kunstenaars, etc.
  • Taak: voorzien in eten en producten voor het hele land.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ancien régime
  • Ancien régime = het bestuur vóór de democratische revoluties.
  • De koning, adel en geestelijkheid hebben de macht.
  • Boeren en zelfs de rijke burgers (bourgeoisie) hebben niets te vertellen.
  • Adel en geestelijkheid betalen nauwelijks belasting, boeren soms wel 70%.
  • --> Arme boeren en burgers (de derde stand) betalen voor de rijkdommen en luxe van de eerste en tweede stand.
  • In 1788 enorme staatsschuld en hongersnood: Lodewijk XVI moet hulp van parlement in gaan roepen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag - levenslijn
Je gaat kijken naar verschillende gebeurtenissen in het leven van Lodewijk XIV.
Bij elke gebeurtenis bepaal je hoe verlicht dit was.
-5 = helemáál niet verlicht.
+5 = super erg verlicht.
0 = niet echt verlicht, ook niet niet verlicht.
Klaar? Ga verder met het huiswerk: 4.2 opdracht 18, 19, 20 en 27, 4.4 opdracht 60, 71, 72, 73 en 74.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies