BS 3.1-genotype en fenotype 3M

BS 1: Genotype en fenotype
log in en leg klaar: aantekenschrift en pen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

BS 1: Genotype en fenotype
log in en leg klaar: aantekenschrift en pen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Genotype en fenotype
Genotype

Fenotype


Slide 4 - Tekstslide

Fenotype en genotype

Je fenotype kan je 
dus veranderen
je genotype niet!
Je genotype zit
in je DNA!!!

Slide 5 - Tekstslide

Genotype en fenotype
Genotype

Fenotype


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is genotype
A
De informatie van alle erfelijke eigenschappen
B
Hoe je er uit ziet
C
Alle zichtbare eigenschappen van een organisme

Slide 8 - Quizvraag

Het Genotype is
A
het uiterlijk, dat wat je ziet (de waarneembare) eigenschappen van een organisme
B
Alle informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme
C
een sproet
D
een piercing

Slide 9 - Quizvraag

Je fenotype kan veranderen
A
doordat je je haar verft
B
doordat je bruin wordt in de zon
C
nee dat kan niet

Slide 10 - Quizvraag

Wat bepaalt je fenotype?
A
Alleen het genotype
B
Alleen omgevingsfactoren
C
Genotype en omgevingsfactoren

Slide 11 - Quizvraag

ZELF WERKEN
Lees blz. 168 + 169 en maak opdracht 1 t/m 6 in
4, 5, 6 schrijf je in je SCHRIFT
Blijf in de lessonup. Eind van de les nog meer checkvragen

Slide 12 - Tekstslide

Nu weer een paar checkvragen

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het fenotype?
A
De samenstelling van genen
B
De eigenschappen die tot uiting komen
C
De eigenschappen die niet tot uiting komen
D
De samenstelling van fenen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is genotype
A
De informatie van alle erfelijke eigenschappen
B
Hoe je er uit ziet
C
Alle zichtbare eigenschappen van een organisme

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je de geslachtscellen van een vrouw?
A
embryo
B
eicel
C
voortplantingscellen
D
follikels

Slide 16 - Quizvraag

Bevat een eicel genenparen?
A
ja, van elk gen
B
ja, maar alleen van de helft van de genen
C
ja, van bepaalde genen
D
nee

Slide 17 - Quizvraag

Geslachtscellen bevatten
A
23 chromosomen
B
34 chromosomen
C
46 chromosomen
D
92 chromosomen

Slide 18 - Quizvraag


Geef aan 'ja' of 'nee'
Bevat een genenpaar de informatie
voor één erfelijke eigenschap?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag