1tha, Werkwoordspelling, pv verleden tijd sterke ww

Welkom!
Je legt je spullen voor de les klaar:
-leesboek;
-lesboek, schrift + pen;
-laptop (dicht);
en gaat rustig zitten.

timer
2:30
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Je legt je spullen voor de les klaar:
-leesboek;
-lesboek, schrift + pen;
-laptop (dicht);
en gaat rustig zitten.

timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Planning deze week
  • Lesdoelen
  • Uitleg pv sterke ww verleden tijd
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Tekstslide

Vlog leesboek
Boek: Alaska
Schrijfster: Anna Woltz

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Lezen in stilte
timer
10:00
#boekpraat:
*Wie is de hoofdpersoon in je boek?
*Beschrijf het uiterlijk en het innerlijk.

Slide 5 - Tekstslide

Planning deze week
Dinsdag 31 oktober 2023: bespreken toets cursus 1 'meer dan lezen'.

Donderdag 2 november 2023:
inleveropdracht eerste opdracht fictiedossier.


Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert werkwoorden correct spellen.

Je leert de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd te spellen.

Slide 7 - Tekstslide

Verleden tijd
Voor het schrijven van een persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt) moet je eerst weten of het een sterk werkwoord is of een zwak werkwoord. Bij sterke werkwoorden verandert de klank in de verleden tijd: zwemmen → zwommen; ruiken → roken.

Slide 8 - Tekstslide

Verleden tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden:
Schrijf het woord zo kort mogelijk:
– lopen → liepen; blaas → blies.
Gebruik alleen dubbele letters (zoals -dd of -kk) als dat nodig is voor de uitspraak:
– rijden → reden; hebben → hadden.



Slide 9 - Tekstslide

Verleden tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm verleden tijd van sterke ww: 
Kijk naar het meervoud om erachter te komen of het woord op een -d of een -t eindigt:
– ik bond, want: wij/jullie/zij bonden.
– hij beet, want: wij/jullie/zij beten.
Let op: een persoonsvorm in de verleden tijd eindigt nooit op -dt.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Zelfstandig werken
Je werkt online of uit je lesboek en schrift :
som/leermiddelen/Nederlands/ cursus 7 spelling/ Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden
th: $11, blz. 244, opdracht 1 t/m 5
ha: $9, blz. 256, opdracht 1 t/m 5
Schema ww spelling:
th:: blz. 278
ha: blz. 290
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie
*Wat heb je geleerd deze les?
Inleveren opdracht fictiedossier teams/chat k.bentsink
*Wie heeft er nog een vraag?
Je kunt altijd extra oefenen via www.cambiumned.nl / werkwoordspelling

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide