Hoofdstuk 12

Hoofdstuk 12
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 12

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit je er vandaag bij?
A
top
B
timide
C
kan beter

Slide 2 - Quizvraag

Waar ben ik
A
nog in bed
B
Thuis op de bank
C
Thuis, op mijn kamer met pen en papier
D
in de klas

Slide 3 - Quizvraag

1. Wat is een aandeel?

Slide 4 - Open vraag

2. Wat is een obligatie

Slide 5 - Open vraag

3. Als je 1000 euro besteedt aan effecten, wat koop je dan? Aandelen
of obligaties? Waarom?

Slide 6 - Open vraag

4. Wat is de contante waarde van een obligatie met een couponrente van 5% in een periode van marktrente van 2,3%? De looptijd is nog 1 jaar.

Slide 7 - Open vraag

5. Wat verstaan we onder asymetrische informatie?

Slide 8 - Open vraag

Risico van een krappe arbeidsmarkt voor ondernemingen is:

Slide 9 - Woordweb

6. Wanneer spreken we van Moral Hazard gedrag?

Slide 10 - Open vraag

8. Hoe weet je dat je de kwaliteit krijgt die je verwacht? Bijv. aankoop fiets.

Slide 11 - Open vraag

9. Hoe weet je dat je de kwaliteit krijgt die je verwacht? Bijv. een geschilderd portret

Slide 12 - Open vraag

Principaal - agentrelatie

Slide 13 - Tekstslide

Principaal-agent probleem
  • Principaal: de persoon die de opdracht geeft
  • Agent: de persoon die de opdracht uitvoert
  • Bijvoorbeeld: werkgever en werknemer
  • Probleem: verschillende belangen
  • Oplossingen:
  • Beter controleren 
  • Of het belang van de agent het zelfde maken als die van de principaal

Slide 14 - Tekstslide

Principaal-agent model = model waarbij de ene actor (de principaal)
taken vaststelt en opdrachten geeft die de andere actor (de agent) uitvoert
tegen een bepaalde beloning (en bij slechte uitvoering komt er een straf)
 
Drie kenmerken:
 1. principaal en agent hebben verschillende belangen
 2. informatie is asymmetrisch
 3. er is sprake van transactiekosten

Principaal-agentmodel

Slide 15 - Tekstslide

Een principaal-agent probleem kan op twee manieren worden opgelost:
I    Zorg ervoor dat de agent hetzelfde belang krijgt als de principaal
     --> bijv. prikkelcontracten (= contracten die ervoor zorgen dat de
           principaal en de agent dezelfde doelstellingen hebben)
II   Verminder de asymmetrische informatie
      --> als de principaal meer informatie heeft, kan de agent minder
            goed zijn eigenbelang nastreven
      --> bijv. benchmarks (= de gemiddelde prestatie van vergelijkbare
            agenten) of een second opinion (= de mening over de prestatie
            van de agent door een andere agent)
Principaal-agent probleem:

Slide 16 - Tekstslide