- Je oefent met tekstsoorten, tekstdoel, onderwerp en hoofdgedachte, structuren, en tekstverbanden. Je kunt deze begrippen ook herkennen in een (onbekende) tekst.
- Je oefent met verwijswoorden binnen een (onbekende) tekst.
Hoe leer je hier voor?
Leer de theorie --> Teams PowerPoints en bestudeer de theorie in het handboek (blz. 44 t/m 54)
Maak eventueel wat extra opdrachten.