Les 1 KT1 pr kortademig (herhaling) en ABCD

Kerntaak 1 praktijk 
Les 1 module 6 2024-2025

Kortademig herhaling 
ABCD

Janine Bouwmeester en Riëtte Koops 

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kerntaak 1 praktijk 
Les 1 module 6 2024-2025

Kortademig herhaling 
ABCD

Janine Bouwmeester en Riëtte Koops 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les:

- kortademigheid (herhaling)
- ABCD

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kortademigheid 

Slide 3 - Tekstslide

C= Circulation huidskleur (grauw/bleek /blauw, temp?  klam/ zweten, vlekjes/marmering huid, bij veel vochtverlies/bloedverlies, weinig urineproductie, niet meer op de benen kunnen staan-> niet door verlamming

D: bewustzijn gedaald of buiten bewustzijn, dus niet allert, verward, soms sprake van trauma, FAST

E: grote paniek, agressie, gevaar door stoffen brand, gevaarlijke omgeving 
Welke kaart pak je wanneer?
Wanneer iemand belt met de ingangsklacht kortademigheid/benauwdheid:

Vanaf welke kaart zou je je triage gesprek voeren? 
Welke kaart pak je in welke situatie?

HIERBIJ IS HET DUS HEEL BELANGRIJK DAT JE HET PLAATJE VOOR JE ZIET!

Slide 4 - Tekstslide

'Een (te snelle) ademhaling die veel inspanning kost of het gevoel geeft te weinig lucht binnen te krijgen. Moeite met ademhalen.'

Dyspneu of benauwdheid door tekort aan adem(haling) - kortademigheid

Benauwdheid als druk op de borst valt onder pijn op thorax - pijn thorax

Bij kortademigheid na trauma- trauma thorax
Kortademigheid
- Hevig  
- Matig
- Gering
Kun jij dit onderscheid maken?
Welke vragen stel je?
Welke urgentie koppel je?
Wat zie je bij (kleine) kinderen?

Slide 5 - Tekstslide

 'Hevig': kan geen vijf woorden achtereen zeggen. Zit rechtop. Is doorgaans instabiele B en U1.

 'Matig': milde tachypneu (=te snelle ademhaling) of gebruik van hulpademhalingsspieren.  (Dit is te zien aan opgetrokken schouders, aangespannen nekspieren en krachtig gebruik van tussenribspieren. Dit is een krampachtige manier van ademhalen, en het is belangrijk dit tijdig te herkennen. Patiënten zullen namelijk na verloop van tijd uitgeput raken.)
U2 (tenzij snel ontstaan - dan U1)

 'Gering':(gevoel van) lichte benauwdheid, geen gebruik van hulpademhalingsspieren. U4

Bij kind: steunende, kreunende of piepende ademhaling betekent hevig kortademig.
Aan welke symptomen kun je kortademigheid herkennen? Wat zie/merk je aan een patiënt? Wat kan hij/zij wel niet?

Slide 6 - Open vraag

  • Bijgeluiden in ademhaling - kreunen/stridor
  • Houding - rechtop zitten, schouders omhoog trekken bij ademhaling 
  • Zinnen/woorden spreken - kan iemand nog meer dan 5 woorden spreken?
  • Kinderen - neusvleugelen en ribbetjes intrekken 
  • Snelle ademhaling
  • Cyanose
  • ANGST!!
Je hebt een triage gesprek gevoerd, waarbij je een ambulance hebt ingeschakeld omdat je denkt dat er sprake kan zijn van ernstig acuut hartfalen. Welk tussentijds advies geef je?

Slide 7 - Open vraag

Asthma cardiale - ernstig acuut hartfalen
Patiënt hevig benauwd - rochelt - cyanotisch - doodsangst (denkt de stikken)

Patiënt rechtop laten zitten, geen inspanning verrichten, benen laten afhangen
De juiste volgorde van Triage is?
A
ABCDE, hulpvraag, toestandsbeeld, ingangskl/urgentie, vangnet
B
ABCDE, toestandsbeeld, hulpvraag, ingangskl/urgentie, vangnet
C
ABCDE, ingangskl/urgentie, toestandsbeeld, vangnet
D
ABCDE, toestandsbeeld, ingangskl/urgentie, vangnet

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus voor de klas 
Aan de hand van verschillende casussen bespreken we de ABCD en de de triagekaart: kortademig. 

Pak je (online) boek erbij en lees mee, schrijf je vragen op. 

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijk om de risicogroepen van longembolie, pneumothorax, pseudokroep en RS virus te kennen.

Signalen van de ziektebeeld herkennen

Urgentie en (tussentijdse) adviezen

(Zie lesopzet) 
Zijn er nog vragen over oorpijn?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Voorbereiden: pijn thorax 

2 casussen maken over pijn thorax waarbij in ieder geval 1 casus met een emotionele patiënt. 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies