JOR 8.4

In een onderneming zijn arbeid en ........ bij elkaar gebracht om winst te maken
A
kapitaal
B
beroep
C
bedrijf
D
mankracht
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

In een onderneming zijn arbeid en ........ bij elkaar gebracht om winst te maken
A
kapitaal
B
beroep
C
bedrijf
D
mankracht

Slide 1 - Quizvraag

Het werk waarmee iemand in zijn levensonderhoud voorziet, is een
A
beroep
B
werknemer
C
bedrijf
D
levenswerk

Slide 2 - Quizvraag

In welk boek van het BW vindt men het ondernemingsrecht?
A
Boek 2
B
Boek 1
C
Boek 4
D
Boek 9

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het voornaamste doel van een BV?
A
anonieme samenwerking
B
winst
C
beslotenheid
D
openbare samenwerking

Slide 4 - Quizvraag

Als een ondernemer in zijn eentje een onderneming heeft, heet dat een

Slide 5 - Open vraag

Freddy heeft een viskraampje waar hij dagelijks gebakken kibbeling verkoopt. Freddy is een
A
stichting
B
openbare vennootschap
C
eenmanszaak
D
natuurlijk persoon

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet een samenwerkingsvorm dat een eigen, zelfstandig leven in het recht leidt?
A
NV
B
natuurlijk persoon
C
rechtspersoon
D
Raad van commissarissen

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de volgende ondernemingsvormen heeft geen rechtspersoonlijkheid?
A
NV
B
BV
C
stille vennootschap
D
coöperatie

Slide 8 - Quizvraag

Welk van de onderstaande ondernemingen is een bedrijf?
A
huisartsenpraktijk
B
uitgeverij
C
basisschool
D
tandartsenpraktijk

Slide 9 - Quizvraag

Welke van deze ondernemingen heeft niet als doel om winst te maken?
A
openbare vennootschap
B
BV
C
vereniging
D
commanditaire vennootschap

Slide 10 - Quizvraag

Welke van de onderstaande ondernemingen heeft leden?
A
Hartstichting
B
Legal BV
C
Honkbalvereniging
D
Stichting Particulieren Fonds NEW

Slide 11 - Quizvraag

Op welke wijze eindigt een lidmaatschap bij een vereniging NIET:
A
geen beschikbare plaatsen
B
uit de club worden gezet
C
opzegging
D
bij overlijden

Slide 12 - Quizvraag

Hoe wordt een vereniging opgericht?
A
door gewoon ermee te starten
B
door een overeenkomst tussen de oprichters
C
door inschrijving bij de Kamer van Koophandel
D
door het opstellen van statuten

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet een vereniging die niet is opgericht via een notariële akte?
A
beperkte vereniging
B
B-vereniging
C
een vereniging zonder aansprakelijkheid
D
statutenvereniging

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de hoogste orgaan in een vereniging?
A
de algemene ledenvergadering
B
het bestuur
C
de Raad van commissarissen
D
de aandeelhouders

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet de samenwerkingsvorm die geen leden heeft en die een ideël doel nastreeft?

Slide 16 - Open vraag

"een samenwerkingsverband tussen tussen twee of meer personen met de bedoeling om winst te maken" Dit is de definitie van een
A
vereniging
B
NV
C
personenvennootschap
D
coöperatie

Slide 17 - Quizvraag

Hoe wordt de winst verdeeld bij een personenvennotschap?
A
ieder voor een gelijk deel
B
ieder voor een gelijk deel, maar niet als er verlies is
C
hoe hoger je inbreng, hoe hoger je aandeel in de winst
D
de oprichter krijgt 10% meer dan de rest

Slide 18 - Quizvraag

De naam van een onderneming, noemen we de

Slide 19 - Open vraag

De handelsnaam "F-RIA International" voor de eenmanszaak van mevrouw Ria is
A
misleidend
B
verwarrend
C
niet misleidend
D
niet verwarrend

Slide 20 - Quizvraag

Ben wil meedoen in de personenvennootschap, maar hij wil zich niet bemoeien met het bestuur ervan. Welke vorm is dan aan te raden?
A
commanditaire vennootschap
B
openbare vennootschap
C
stille vennootschap
D
algemene personenvenootschap

Slide 21 - Quizvraag

De handelsnaam "Pizza House" voor het nieuwe restaurant van meneer Hodge, is
A
misleidend
B
ingewikkeld
C
niet verwarrend
D
verwarrend

Slide 22 - Quizvraag

Voor welke ondernemingsvorm is de aansprakelijkheid niet aantrekkelijk?
A
stichting
B
eenmanszaak
C
personenvennootschap
D
NV

Slide 23 - Quizvraag

Wie vertegenwoordigt een onderneming buiten rechte?
A
het bestuur
B
de algemene ledenvergadering
C
de aandeelhouders
D
de raad van commissarissen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is nodig voor de oprichting van een NV?
A
notariële akte en verklaring van geen bezwaar
B
notariële akte en inschrijving Kamer van Koophandel
C
notariële akte
D
notariële akte en toestemming van de aandeelhouders

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen orgaan van een BV?
A
de algemene ledenvergadering
B
de RvC
C
het bestuur
D
de commerciële rechtspersoon

Slide 26 - Quizvraag

De NV moet de jaarstukken ter inzage leggen bij de Kamer van Koophandel vanwege de
A
vervreemdingsverbod
B
publicatieplicht
C
openbaarheid van ondernemen
D
boekhoudingsvereiste

Slide 27 - Quizvraag

Dividend is winstuitkering aan
A
het bestuur
B
de algemene ledenvergadering
C
aandeelhouders
D
de Raad van Comissarrissen

Slide 28 - Quizvraag

Welke aandelen bieden meer zeggenschap in een NV?
A
de prioriteitsaandelen
B
dividend aandelen
C
de voorrangsaandelen
D
de preferente aandelen

Slide 29 - Quizvraag

Wat is gevolgschade?
A
schade aan een gebrekkig product
B
schade veroorzaakt door een gebrekkig product
C
letselschade door een gebrekkig product
D
producten-aansprakelijkheid

Slide 30 - Quizvraag