cinquième cours 4/5havo-6 octobre

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning et buts
Les buts
Aan het eind van deze les.....
1. Kan je je droomhuis beschrijven
2. Kan je een gesprek over familie en vrienden begrijpen
3. Kan je de imparfait, conditionnel en futur simple toepassen

Le planning
  1.  Ta maison de rêve est comment? (Mondeling)
  2. Overhoring in Itslearning maken
  3. Huiswerkcontrole & samen nakijken
  4. Opdrachten maken: gezamenlijk écouter en daarna zelfstandig werken
  5. Huiswerk opgeven

Slide 2 - Tekstslide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook weg.
We overleggen zachtjes als we een vraag hebben.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal.

Slide 3 - Tekstslide

Ta maison de rêve est comment?

Slide 4 - Tekstslide

Devoirs
Maken:
4HAVO
Beantwoord de vraag: Ta maison de rêve est comment?
    Lever portfolio-opdracht 3 in (op video moeten jullie zichtbaar zijn)
    Maak opdracht 24 in je boek (blz 24 en 25)
5HAVO
    Beantwoord de vraag: Ta maison de rêve est comment?
    Lever portfolio-opdracht 3 in, jullie doen hem schriftelijk
Leren:
 4HAVO:
Regarder B & Lire B
 5HAVO:
Examenidioom 11 t/m 20

Slide 5 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

avoir=hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 7 - Sleepvraag

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
 être (zijn)
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 8 - Sleepvraag

aller
=
  gaan



Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

1 Mon copain n’a pas de frères et soeurs. Il est donc fils

2  J’ai trois frères et deux sœurs. Je peux donc dire que l’on est une famille         

3 J’ai deux petits frères; ils sont nés le même jour. Ils sont donc des frères          

4 À l’âge de 13 ans, j’étais insupportable. Je pense que c’était pour moi le début de

5 Mes parents font des choses bien différentes. Ils n’ont pas les mêmes centres

6 J’ai 16 ans et ma sœur a 18 ans. Elle est donc ma sœur



Exercice 29 (p.30) Complète les phrases avec les mots français.
jumeaux
d’intérêt
l’adolescence
unique
aînée
nombreuse

Slide 12 - Sleepvraag

Tu vas écouter un programme de radio sur la famille. Lis les affirmations, puis écoute le document sonore. Choisis la bonne personne pour chaque phrase. exercice 30a, p.30
Mathilde
Jean-Adrien
Alexandre
is enig kind
is één van een tweeling
heeft veel broers en zussen
wil wel eens alleen zijn
praat over de hobby's van gezinsleden

Slide 13 - Sleepvraag

Op welke toon praat Mathilde over la joie d'une grande famille?
A
Ze meent het echt
B
Ze zegt het licht spottend

Slide 14 - Quizvraag

Wat is waar over Jean-Adrien?
A
Hij is blij dat hij veel uitgaat met zijn vrienden
B
Hij zou liever wat meer thuis zijn.

Slide 15 - Quizvraag

Wat vindt Alexandre merkwaardig? Dat de mensen...
A
Hen niet van elkaar kunnen onderscheiden omdat zij fysiek zo op elkaar lijken
B
niet willen zien dat zijn broer en hij totaal andere persoonlijkheden zijn.

Slide 16 - Quizvraag

Welke raad geven de twee jongens aan Mathilde als zij haar hart wil luchten? Om dat te doen bij...
A
andere familieleden
B
vrienden

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurt in het gezin van Jean-Adrien als een van hen een probleem heeft?
A
Zij kunnen absoluut niet met elkaar praten
B
Zij zijn altijd bereid om elkaar te helpen

Slide 18 - Quizvraag

Waarover zijn de drie jongeren aan het einde van het gesprek het met elkaar eens? Met elkaar thuis eten...
A
is een sociaal gebeuren
B
is niet meer van deze tijd

Slide 19 - Quizvraag

Zou een van de jongeren willen ruilen met een ander uit het fragment, denk je? Zo ja, wie zou dat zijn? Licht je antwoord in het Nederlands toe.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 28c
Je typt deze opdracht uit en levert hem in op Itslearning (zie de planner van 3 tot en met 9 oktober)

Slide 22 - Tekstslide

Les devoirs
Maken:
4HAVO
Beantwoord de volgende vraag: tu t’entends bien avec ta famille ?
Exercices 27,28,33 et 35 (p.28-34)
Let op: lever opdracht 28c in, in het inleverpunt op Itslearning

5HAVO
Beantwoord de volgende vraag: tu t’entends bien avec ta famille ?
Maak de schrijfopdracht en de grammatica-opdrachten die in de Itslearning planner staan
Leren:
 4HAVO:
Écouter A & Lire A, Regarder B & Lire B,  Écouter C & Lire C (p.42-44)
 5HAVO:
Examenidioom 11 t/m 20

Slide 23 - Tekstslide

Qu’as-tu pensé de la leçon ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll