Argumenteren (2) 3V

Lesdoelen

• Je kunt zinsdeelzinnen binnen een hoofdzin benoemen. (grammatica)
  
• Je kunt de argumenten voor, tegenargumenten en weerleggingen in een tekst benoemen. (lezen)
• Je kunt uitleggen hoe de argumentatie van een tekst in elkaar zit. (lezen)

Programma

Grammatica

1. Theorie zinsdeelzinnen

2. Maken opdracht 3 (blz.30 en 31 ) .

  

Lezen

1. Hoe (gezond) ontbijten/lunchen jullie?  

2. Lezen  in 4-tallen: 'Adopteer een tekst'

3. Wat is jouw stelling/standpunt/mening... en waarom?!

Grammatica 

Hoofdstuk 1: 

Samengestelde zinnen; 

Actieve houding

- HW maken -> Ik zet het direct in Magister (anders uiterlijk 16.45u) 

- Jas uit 

- Boeken die je nodig hebt, schrift en pen op tafel.

- Telefoon aan de kant en niet gebruiken. Als dat je niet lukt, neem ik hem in.

Instructie

- Instructie zo kort mogelijk en zo uitgebreid als nodig.

Voorwaarden daarvoor:

- Stil als ik praat. 

- Vragen over het onderwerp dat we bespreken hand opsteken.

- Andere vragen: na instructie.

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN

Verschillen hoofdzinnen en bijzinnen

Bij een bijzin kan of staat er een woord tussen de persoonsvorm en het onderwerp. Er past dus een woord tussen.

De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.

--> Een bijzin kun je (meestal) vervangen door één woord of woordgroep.

Ik blijf vandaag binnen, omdat het zo hard regent.

1. hz + hz
2. hz + bz
3. bz + hz

Ik blijf daarom graag binnen.

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN

zinsdeelzinnen

Een bijzin is altijd een zinsdeel van de hoofdzin. En omdat dit een zin is, noemen we dit een zinsdeelzin.

We kennen de volgende zinsdeelzinnen: ow-zin, lv-zin, nw.gezegde-zin, mv-zin, vv-zin en bwb-zin.

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN

zinsdeelzinnen 

1. Zoek de bijzin.

2. Vervang de bijzin door één woord (of woordgroep).

3. Ontleed de hoofdzin.

4. Het zinsdeel van het woord is ook de zinsdeelzin.

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN

zinsdeelzinnen

Ik blijf vandaag binnen, omdat het zo hard regent.

Ik blijf vandaag binnen, daarom

Ik blijf daarom vandaag binnen.

bwb-zin = omdat het zo hard regent

GRAMMATICA ZINSDELEN: SAMENGESTELDE ZINNEN

zinsdeelzinnen

Wie het boeket vangt, mag als volgende trouwen!

Zij mag als volgende trouwen!

ow-zin = Wie het boeket vangt

De burgemeester geeft de persoon die het meest heldhaftig was een beloning

1. HZ + BZ
2. HZ + HZ
3. BZ + HZ

De burgemeester geeft de persoon die het meest heldhaftig was een beloning

1. ow-zin
2. lv-zin
3. bwb-zin
4. mv-zin

Wie de wedstrijd wint, wordt clubkampioen.

1. HZ + BZ
2. HZ + HZ
3. BZ + BZ
4. BZ + HZ

Wie de wedstrijd wint, wordt clubkampioen.

1. ow-zin
2. lv-zin
3. mv-zin
4. nw-zin

De clubkampioen is degene die de wedstrijd wint.

1. ow-zin
2. lv-zin
3. mv-zin
4. nwd-zin

Keuze: zelfstandig of met extra instructie opdr. 3 (blz. 30)

LEZEN (Hoofdstuk 4)

Argumentatie: Voor- en tegenargumenten

Wat ontbijten jullie?

Heb je vanmorgen
ontbeten?

1. JA
2. NEE

Wat heb je ontbeten?

Door te ontbijten presteer je beter en leer je meer op school.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Het maakt niet uit wat je ontbijt,
als je maar ontbijt.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Wat eten en drinken jullie rond lunchtijd?

Wat heb je als lunch gegeten/gedronken?

Vind je jouw gezondheid belangrijk?

1. JA!
2. Niet echt, ik ben nog jong :)
3. Nee, totaal niet

Lezen teksten over een gezonde levensstijl

Werkwijze:

1. Werk in viertallen (eventueel een vijftal)

Nummer 1 leest tekst 2 (blz. 139).

Nummer 2 leest tekst 3 en 4 (blz. 139 en 140)

Nummer 3 leest alinea 1 en 2, 3 en 4 van tekst 5 (blz. 141)

Nummer 4 leest alinea 1 en 5, 6 en 7 van tekst 5

2. Noteer voor jezelf de stelling/het standpunt van de schrijver en wat zijn of haar argumenten zijn. 

3. Vertel aan je groepsgenoten duidelijk wat het standpunt en de bijbehorende argumenten van de schrijver zijn. 

4. Luister goed naar elkaar. Elk groepslid moet uiteindelijk kunnen vertellen wat de argumentatie is.

Wat is jouw mening?

Wat is jouw mening over een gezonde leefstijl, nu je alle informatie hebt gehoord?

Welke argumenten heb je daarvoor?

Huiswerk

Lezen theorie (blz. 137 en 138)

Maken opdracht 2 en 3 (blz. 138 en 140)