- Ik kan tekststructuren herkennen en benoemen (herhalen)
- Ik kan een standpunt benoemen
- Ik kan argumenten benoemen
- Ik kan een argumentenstructuur herkennen en zelf maken
- Ik weet wat een tegenargument is
- Ik weet wat een weerlegging is
- Ik kan een tegenargument en een weerlegging herkennen
- Ik weet welke signaalwoorden ik daarbij kan gebruiken