Grootheden, eenheden en het metriek stelsel

Grootheden en eenheden
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DataMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grootheden en eenheden

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn Grootheden?
Een Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bijv. een Afstand

Slide 2 - Tekstslide

Welke Grootheden ken je al?

Slide 3 - Woordweb

Wat zijn eenheden?
Een eenheid staat altijd achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid.

Bijvoorbeeld:
De afstand van Luttenberg naar Raalte is 8,9 kilometer.
(hier is "kilometer" de eenheid)

Slide 4 - Tekstslide

Grootheid
Eenheid
kilogram
Temperatuur
Gewicht
      are
Celsius
Oppervlakte

Slide 5 - Sleepvraag

 Het metriek stelsel

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de lengte van jouw been?

Slide 7 - Open vraag

Probeer bij de volgende lengtematen een voorwerp te noemen dat altijd wel ergens in de buurt is:
a) 1 cm
b) 1 dm
c) 1 m

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

1 m =
A
10 cm
B
1000 cm
C
100 cm
D
10000 cm

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

100 mm =
A
100 CM
B
1 CM
C
10 CM
D
1000 CM

Slide 12 - Quizvraag

4 dam=
A
0,04 km
B
0,4 km
C
400 km
D
40 km

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

200 m = ...
A
20 km
B
2 km
C
0,2 km
D
0,02 km

Slide 15 - Quizvraag

45,5 meter =
A
4550 cm
B
455000 cm
C
4.55 cm
D
45.5 cm

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Een marathon is 42195 m. Hoeveel km is dit?
A
4,2195 km
B
42,195 km
C
421,95 km
D
4219,5 km

Slide 18 - Quizvraag

Maak nu hoofdstuk 4 paragraaf 4.1 en 4.3
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide


Schat de massa van deze appel:

Slide 20 - Open vraag

Schat de massa
van deze fiets:

Slide 21 - Open vraag


Schat de massa van dit pak suiker:

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide


14 kg =
A
14 g
B
1.400 g
C
140 g
D
14.000 g

Slide 24 - Quizvraag


860000 gram=

A
8600 kg
B
860 kg
C
86 kg
D
8,6 kg

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide


1492,56 g =
A
149,256 kg
B
1,49256 kg
C
142,56 kg
D
0,149256 kg

Slide 27 - Quizvraag


0,435 kg =
A
435 g
B
0,000435 g
C
1435 g
D
4,35 g

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide


370 mg =
A
370 g
B
0,000370 g
C
370,000 g
D
0,370 g

Slide 30 - Quizvraag

Maak nu hoofdstuk 5 paragraaf 5.2
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Na deze les wil ik:
A
meer oefeningen maken
B
overgaan naar nieuwe leerstof, (want de leerstof begrijp ik)
C
de leerstof nog een keer bekijken
D
meer uitleg krijgen

Slide 32 - Quizvraag