In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Waarom worden mensen crimineel?
Slide 1 - Tekstslide
Risicofactoren
Met deze factoren is de kans groter, maar wil niet zeggen dat iedereen die 1 factor heeft meteen crimineel is.
Groepsdruk
Slechte opvoeding
Drank en drugs
Erfelijke factoren
Schooluitval
Slide 2 - Tekstslide
Risicofactor 1
Slechte opvoeding
Verkeerde waarden en normen
Ouders die in gevangenis zitten
Ouders die zelf stelen
Slide 3 - Tekstslide
Ouders laten kinderen thuis terwijl ze gaan stelen. Geven hierdoor het slechte voorbeeld.
Slide 4 - Tekstslide
Risicofactor 2
Groepsdruk
Stoer doen
Kijk wat ik durf
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Risicofactor 3
Alcohol of drugs
Mensen doen andere dingen als ze onder invloed zijn
Bij 40% van de geweldsmisdrijven is alcohol in het spel
Slide 7 - Tekstslide
Risicofactor 4
Spijbelen en schooluitval
Leerlingen die veel spijbelen en zonder diploma van school gaan komen vaker in aanraking met justitie.
Slide 8 - Tekstslide
Risicofactor 5
Erfelijke factoren
Psychische stoornis kan leiden tot meer agressiviteit en daardoor geweld (crimineel gedrag)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Maatschappelijke omstandigheden
Niet alleen persoonlijke kenmerken geven aanleiding tot crimineel gedrag dit kan ook door maatschappelijke omstandigheden ontstaan.
Slide 11 - Tekstslide
Normen
De normen in de maatschappij zijn afgenomen en hierdoor vinden we zaken 'normaal'
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Sociale controle
Er is minder sociale controle tegenwoordig waardoor de pakkans kleiner wordt.
Grote steden kun je anoniem leven
Slide 14 - Tekstslide
Opvallende groepen
Jongens en mannen komen vaker in aanraking met de politie dan meisjes en vrouwen.
Slide 15 - Tekstslide
https:
Slide 16 - Link
Opvallende groepen
Jongeren tussen de 16 en 23 jaar plegen vaker misdrijven dan andere leeftijdsgroepen. (vernielingen en kleine diefstallen)
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Opvallende groepen
Niet-westerse allochtonen.
Ongeveer 3 procent niet westers allochtoon tegenover 1 procent autochtoon.
Slide 19 - Tekstslide
Uitleg plaatje
Op het plaatje zien we de verschillende groepen en hoeveel mensen van die groep in aanraking komen met justitie en daarbij crimineelgedrag. Je ziet dus dat de meeste misdaad wordt gepleegd door Nederlanders. Alleen relatief gezien is dit bij andere groepen groter.
Slide 20 - Tekstslide
Maken
Handboek bladzijde 140-141
Werkboek bladzijde 169-170-171
Maken opdr: 2,4,8,9,11
Slide 21 - Tekstslide
Antwoorden:
Vraag 2: Noem twee risicofactoren waarvoor iemand niet zelf verantwoordelijk is:
Antwoord: Biologische factoren (krijg je van je ouders) slechte opvoeding (krijg je van je ouders)
Vraag 3: Als je bij iemand meerdere risicofactoren herkent. Wordt deze persoon dan crimineel?
Antwoord: Nee, risico dat deze persoon crimineel is alleen groter. Het is dus niet met zekerheid te zeggen.
Vraag 5: Welke drie begrippen passen bij Haiko?
Antwoord: Groepsdruk, sociale controle, afgenomen waarden en normen en kleine pakkans.