2.1 Economische crisis

2.1 economische crisis
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.1 economische crisis

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • introductie H2
  • Uitleg 2.1
  • Check
  • afsluiten  

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat de oorzaken en gevolgen waren van de economische crisis die in 1929 uitbrak en hoe deze crisis wereldwijd merkbaar was.

Slide 3 - Tekstslide

Interbellum

  • Een interbellum is een periode tussen twee oorlogen.
  • Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1919-1939)

Slide 4 - Tekstslide


Return to normalcy


  • Nieuwe president, Harding, wil terug naar de 'normale' situatie vóór de oorlog
  • Met de belofte "Return to normalcy" was hij in 1920 gekozen
  • Einde aan inmening van de economie door de overheid, zoals tijdens de oorlog
  • Isolationisme: afzijdig blijven bij conflicten in het buitenland

Slide 5 - Tekstslide


Vrijemarkteconomie


  • Presidenten in de jaren '20 grote voorstanders van kapitalisme
  • Ondernemingen krijgen daardoor enorm veel vrijheid en rechten
  • Weinig overheidsbemoeienis in dagelijks leven en economie
  • De ongelijkheid in de samenleving groeit: rijken worden rijker

Slide 6 - Tekstslide


Consumptiemaatschappij


  • Toename van consumptie-artikelen, zoals de auto
  • 'Status' door bezit en kopen van steeds weer nieuwe spullen.
  • Meer welvaart en daardoor ook vrije tijd
  • Andere invulling van vrije tijd: bioscoop, (jazz-)muziek

Slide 7 - Tekstslide


Een zeepbel


  • Gouden toekomst voor alle Amerikanen blijkt een illusie
  • Overproductie in de landbouwsector (mechanisatie)
  • Veel kopen op afbetaling, waardoor er veel schulden waren
  • Sterk vertrouwen in aandelen, vaak gekocht met geleend geld

Slide 8 - Tekstslide


Beurskrach en crisis


  • Zwarte Donderdag 24 oktober 1929: beurskrach
  • 'Miljoenen aandelen zijn in één klap niets meer waard
  • Bedrijven en banken gaan failliet: grote werkloosheid
  • Daling van de handel zorgt voor een economische wereldcrisis

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


Armoede en ellende

  • Veel mensen geen werklooshiedsuitkering
  • Velen zijn dakloos geworden omdat ze hun huis niet meer konden afbetalen
  • Daklozen eindigen in sloppenwijken die spottend Hoovervilles genoemd
  • Opvatting Republikeinse president Hoover: wachten tot de economie zich hersteld, geen overheidsingrijpen.

Slide 11 - Tekstslide


New Deal, new hope?
Vanaf 1933


  • In 1932 wordt Franklin Roosevelt gekozen als president van de Verenigde Staten.
  • Hij komt met het programma New Deal
  • Door middel van sociale wetten, subsidies, werkverschaffingsprojecten en strenger toezicht op de banken wil hij de Amerikaanse economie hervormen.
De inhuldiging van Franklin Delano Roosevelt als president van de Verenigde Staten in 1933. 

De Amerikaanse New Deal was een omvangrijk sociaal en economisch hervormingsprogramma van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt om de Verenigde Staten uit het slop van de Grote Depressie te trekken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Begrippen uit deze les

  • kapitalisme
  • mechanisatie
  • afbetaling
  • aandelen
  • beurskrach
  • economische wereldcrisis
  • Hoovervilles
  • New Deal
  • Werkverschaffingsprojecten





Slide 14 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 24 oktober 1929: Zwarte Donderdag
  • 1932: Franklin Delano Roosevelt wordt president

Slide 15 - Tekstslide

Personen
  • Herbert Hoover
  • Franklin Delano Roosevelt 

Slide 16 - Tekstslide

Welke is geen oorzaak voor de economische crisis van 1929?
A
Mensen leenden geld om spullen te kopen.
B
Werklozen konden geen spullen meer kopen.
C
Fabrieken maakten teveel producten.
D
Mensen hadden te veel geld.

Slide 17 - Quizvraag

Wat was een directe oorzaak voor de beurskrach?
A
'Live now, pay later'
B
overproductie
C
achterblijvende lonen
D
Het massaal verkopen van aandelen

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit waarom veel banken failliet gingen door de 'Beurskrach' van 1929

Slide 19 - Open vraag

Leg uit wat de reactie was van de Amerikaanse overheid op de Beurskrach

Slide 20 - Open vraag