Je lijf werkt

Geen laptop mee?
Kijk even met je buurmens mee!


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Geen laptop mee?
Kijk even met je buurmens mee!


Slide 1 - Tekstslide

Je lijf werkt
#The human body is the best work of art 
#The human body is very complex

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Organisatieniveaus 

Slide 4 - Tekstslide

Cellen 
  • Het begint allemaal bij de cellen. 


  • Het zijn de bouwsteentjes van het lichaam.

Slide 5 - Tekstslide

Weefsel
  • cellen die samenwerken zijn een weefsel!

  • Bijvoorbeeld: meerdere hartcellen samen vormen het hartweefsel-->

Slide 6 - Tekstslide

Organen
  • Onderdeel van de organismen samengesteld uit weefsel. 

  • Een orgaan heeft een eigen functie. 

  • Bijvoorbeeld--> meerdere hartweefsels samen vormen het hart 

Slide 7 - Tekstslide

Romp
Je romp bevat het merendeel van de organen. 

Bijvoorbeeld:
-Het hart 
-De longen

Een plant heeft ook organen, welke? Klik op de button.

Long
2
hart
3
Organen van planten
Wortel, stengel, blad 
lever
4
maag
5
dikke darm
6
dunne darm
7
nier
10

Slide 8 - Tekstslide

Organenstelsels
Bloedvatenstelsel

Skelet/ Beenderstelsel
Zenuwstelsel

functie
Vervoeren van bloed door het lichaam
functie
Vorm en stevigheid voor het lichaam.
Bescherming en aanhechting van pezen.

Slide 9 - Tekstslide

Ademhalings-stelsel

  • Zuurstof in het lichaam/uit het lichaam?

  • Koolstoddioxide uit he lichaam?

Slide 10 - Tekstslide

Uitscheidingsstelsel
  • Afvalstoffen uitscheiden
  • Nieren en blaas

Slide 11 - Tekstslide

Verteringsstelsel
  • (voornamelijk) in de buikholte
  • Maalt het voedsel klein
  • Voedingsstoffen opnemen

Slide 12 - Tekstslide

Zenuwstelsel
  • Je hersenen, ruggenmerg en zenuwen werken samen. 
  • Signaaltjes doorsturen 

Slide 13 - Tekstslide

En om al die complexe orgaanstelsels goed te laten werken hebben onze cellen energie nodig. 

We gaan weer terug naar organisatieniveau cel. 

Slide 14 - Tekstslide

Celverbranding
  • Cellen zetten voedingsstoffen uit ons voedsel om naar energie
  • Scheikundig proces.
  • Verbranding is een afbraakreactie (het afbreken van stoffen/kleiner maken). 
  • Voor verbranding is brandstof nodig.
  1. Brandstoffen zijn vetten en koolhydraten (suikers). 
  2. Belangrijke brandstof -> glucose
  3. En er is zuurstof nodig! (die halen je cellen uit het bloed) 

Slide 15 - Tekstslide

Vebranding van glucose
  • Voor de verbranding van glucose heb je nodig:
  • Glucose + zuurstof.

  • Bij de verbranding ontstaan:
  • Koolstofdioxide +water + energie

Slide 16 - Tekstslide

De cellen gaan glucose verbranden (kapot maken) en er komt energie vrij
Nu kan je bewegen en kunnen de orgaanstelsels goed werken

Slide 17 - Tekstslide

De formule is:

Glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie

Slide 18 - Tekstslide

Bloed
  • Je lichaam bevat 5/6 liter bloed

  • Erg belangrijk -> zuurstof

  • bloedplasma
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Zet op volgorde van groot naar klein 
groot
klein
organenstelsel
cel
organisme
orgaan

Slide 21 - Sleepvraag


Een long is:
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 22 - Quizvraag


De lever hoort bij
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 23 - Quizvraag


De huid is een voorbeeld van:
A
een orgaan
B
een cel
C
een organisme
D
een organenstelsel

Slide 24 - Quizvraag


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen, geen stelsels

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een organenstelsel

Slide 26 - Open vraag