Bloed stroomt door je bloedvaten en vervoert stoffen naar alle delen van het lichaam. Een deel van het vocht uit bloed komt buiten de bloedvaten terecht. Daar noem je het weefselvloeistof.
Slide 7 - Tekstslide
Even herhalen
Kan jij de onderdelen in het volgende plaatje benoemen?
Slide 8 - Tekstslide
Bloedplasma
witte bloedcel
rode bloedcel
weefselvocht komt deels terug het haarvat in
haarvat
weefselvocht
cel
bloedplasma gaat het haarvat uit. Het heet nu weefselvocht
lymfe
lymfevat
weefselvocht gaat het lymfevat in. Het heet nu lymfe
Slide 9 - Tekstslide
Bloedplasma
witte bloedcel
rode bloedcel
weefselvocht komt deels terug het haarvat in
haarvat
weefselvocht
cel
bloedplasma gaat het haarvat uit. Het heet nu weefselvocht
lymfe
lymfevat
weefselvocht gaat het lymfevat in. Het heet nu lymfe
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Weefselvocht
Weefselvloeistof
door bloeddruk
door hogere osmotische waarde in het bloed
Slide 12 - Tekstslide
Weefselvloeistof
Als bloed bij de haarvaten komt wordt een deel van de bloedplasma de haarvaten uitgeperst (door de bloeddruk!). Dit heet filtratie.
Hier zitten voedingsstoffen en zuurstof in opgelost.
Bloedcellen en grote eiwitten blijven achter.
Slide 13 - Tekstslide
Weefselvloeistof
Weefselvloeistof zit om alle cellen van een weefsel heen. Stoffen die cellen nodig hebben kunnen ze uit de weefselvloeistof halen (zuurstof, voedingsstoffen)
en stoffen die ze niet nodig hebben geven ze af aan het weefselvloeistof (afvalstoffen, CO2).
Slide 14 - Tekstslide
Weefselvloeistof
De haarvaten nemen ook weer een groot deel van de weefselvloeistof op (resorptie) wanneer ze de organen uit gaan.
Dit komt door de hoge osmotische waarde van het bloed (door de eiwitten die zijn achtergebleven).
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Weefselvloeistof
Welke stof gaat volgens tabel niet gefiltreerd?
Slide 17 - Tekstslide
Weefselvloeistof
Slide 18 - Tekstslide
Lymfevaten
De colloïd osmotische druk is niet voldoende om alle vloeistof die uit het haarvat gefilterd is weer terug te halen.
Zonder lymfevaten zou er veel vocht in de organen achterblijven.
Slide 19 - Tekstslide
Lymfevaten
Weefsel bevatten ook lymfevaten die vloeistof kunnen afvoeren.
Die lymfevaten maken deel uit van een lymfevaten stelsel (vergelijkbaar met bloedvatenstelsel).
Vanaf het moment dat de vloeistof in een lymfevat zit heet het lymfe.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Lymfevaten
Lymfevaten bevatten net als aders kleppen om er voor te zorgen dat de lymfe de goede kant op stroomt.
Slide 22 - Tekstslide
Lymfevatenstelsel
In het lymfevatenstelsel komt alle lymfe uiteindelijk terecht in de borstbuis en de rechterlymfestam.
Van daaruit stroomt de lymfe via de sleutelbeenaderen weer het bloed in richting van de bovenste holle ader.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Lymfeknopen/ lymfeklieren
Verspreid over het lichaam liggen in het lymfevatenstelsel ook lymfeknopen.
In de lymfeknopen wordt de lymfe gezuiverd van o.a. ziekteverwekkers.
Slide 25 - Tekstslide
opgezette lymfeknopen
aanmaak van witte bloedceel die antistoffen maken. ( +insluiters)
oedeem
Slide 26 - Tekstslide
Doel en begrippen 11.5
Je kan uitleggen hoe weefselvloeistof en lymfe ontstaan
Je kan de bouw en functie van het lymfevatsysteem beschrijven