2.4 Afval

Wie weet het antwoord?
Wat is een zuivere stof?
Waaruit bestaan stoffen?
Welke deeltjes zijn er?

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wie weet het antwoord?
Wat is een zuivere stof?
Waaruit bestaan stoffen?
Welke deeltjes zijn er?

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel, aan het einde van de les weet je :
hoe je afval scheidt
welke soorten afval er zijn
hoe je de hoeveelheid afval kunt verminderen
hoe je van afvalwater schoon water maakt.

Slide 2 - Tekstslide

Moleculen en atomen
* Stoffen bestaan uit deeltjes. 
* Deze noemen we moleculen. * Moleculen bestaan uit atomen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Groente, fruit en tuin afval
  1. Beter bekend als GFT afval
  2. GFT-afval is biologisch afbreekbaar
  3. GFT-afval doen we in de groene container
  4. GFT-afval worden door schimmels en bacteriën afgebroken tot compost
  5.  Compost kun je eventueel gebruiken als bemesting op het land

Slide 5 - Tekstslide

Recyclebaar (herbruikbaar) afval
Glas
Blik
Papier
Plastic


Dit afval wordt als grondstof voor nieuwe producten !!!

Slide 6 - Tekstslide

Hergebruikte materialen
Deze materialen worden opnieuw gebruikt.

Bijvoorbeeld: Kleding, meubels, apparaten.

Als deze niet worden hergebruikt dan komen ze bij het overige afval terecht. Deze worden verbrand in een verbrandingsoven.

Slide 7 - Tekstslide

KCA-afval
  • KCA-afval is Klein chemisch afval 
  • KCA-afval waar gifstoffen in zitten
  • KCA-afval wordt apart ingezameld. Hiervoor zijn speciale afvalpunten op de vuilstort
  • Een deel hiervan gerecycled

Slide 8 - Tekstslide

Overig afval
  • Wordt verbrand in een verbrandingsoven 
  • IJzer wordt eruit gehaald met een magneet
  • De rest wordt verbrand, onder een hoge temperatuur  in de oven
  • De warmte die hierbij ontstaat wordt gebruikt om energie op te wekken.

Slide 9 - Tekstslide

De rest komt op de vuilnisbult

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

maken vragen 1tm 14 van paragraaf 2.4

Slide 12 - Tekstslide