beeldspraak en stijlfiguren

zie ook powerpoint materiaal
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

zie ook powerpoint materiaal

Slide 1 - Tekstslide

timer
0:30
uitleg stijlfiguren
https://youtu.be/jUUhRndkqIU
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Slide 2 - Woordweb

Stijlfiguren: understatement

Als je iets afzwakt, gebruik je een  understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.


Je zegt: 'Zij heeft wel een paar centen';

je bedoelt: 'Zij is rijk'.

Slide 3 - Tekstslide

Stijlfiguren: eufemisme

Ook bij een eufemisme zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.


Je zegt: 'Hij is niet meer onder ons';

je bedoelt: 'Hij is overleden.

Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguren: overdrijving=hyperbool
Bij een hyperbool wordt iets op een overdreven manier uitgedrukt.
Een overdrijving wordt ook wel een hyperbool genoemd.

Je zegt: 'Hij heeft dat al 10.000 keer gezegd';
je bedoelt dat hij dat al meerdere malen heeft gezegd.

Slide 5 - Tekstslide

Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 6 - Quizvraag

De Duitsers waren in 1940, in ons land, niet welkom.
A
hyperbool
B
Eufemisme
C
Understatement

Slide 7 - Quizvraag

Ik sta hier al eeuwen op te wachten.
A
hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 8 - Quizvraag

Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 9 - Quizvraag

'Ik heb EEN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 10 - Quizvraag

De verdediger schoot de strafschop HUIZENHOOG over.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 11 - Quizvraag

Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 12 - Quizvraag

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 13 - Quizvraag

'Hij LUST WEL EEN BEETJE', zei mijn vader over zijn 4WD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 14 - Quizvraag

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 15 - Quizvraag

De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 16 - Quizvraag

Het ongeluk was veroorzaakt door een dame VAN GEVORDERDE LEEFTIJD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 17 - Quizvraag

Hij rende DE BENEN UIT ZIJN LIJF om de bus te halen.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 18 - Quizvraag

Het avondlicht danst op de golven.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Personificatie

Slide 19 - Quizvraag

Je denkt misschien dat ik vanavond langskom, maar dat is echter niet waar.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Personificatie

Slide 20 - Quizvraag

De uiterste limiet is 80 kilometer per uur.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Personificatie

Slide 21 - Quizvraag

De tijd heelt alle wonden.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Personificatie

Slide 22 - Quizvraag

We wisten reeds al weken dat er een toetsweek zou komen.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Personificatie

Slide 23 - Quizvraag

'Je kunt wel zien dat je hard voor die toets hebt geleerd', zei de docent terwijl hij het cijfer teruggaf.

A
personificatie
B
retorische vraag
C
Sarcasme
D
eufemisme

Slide 24 - Quizvraag

'Jij gaat wel als de brandweer vandaag', zei de trainer tegen zijn pupil die uitgeput op de grond lag.
A
personificatie
B
eufemisme
C
Sarcasme
D
hyperbool

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Wat is een understatement?

Slide 27 - Open vraag

Wat is een eufemisme?

Slide 28 - Open vraag