Les - Zelfcompassie (af)

LOB - Zelfcompassie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LOB - Zelfcompassie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud

  • Rondje positiviteit
  • Wat is zelfcompassie?
  • Opdracht: "Ik ben iemand die..."
  • Samen oefenen
  • Afsluiting: F*ck-it-list

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ronde positiviteit

Slide 3 - Open vraag

Laat de studenten nadenken over iets positiefs/goeds dat ze de afgelopen week ZELF gedaan hebben (voor zichzelf of voor een ander). Laat ze het insturen via hun telefoon en bespreek het kort na. 
Vinden ze dit moeilijk/makkelijk? Waarom? 
Zelfcompassie

Slide 4 - Woordweb

Voorkennis activeren: 
Wat is zelfcompassie? Kennen de studenten deze term? Waar denken ze als eerste aan? 
Antwoorden kort nabespreken. 
Zelfcompassie

Zelfcompassie betekent vooral dat je vriendelijk bent voor jezelf. Dat je jezelf behandelt, zoals je je beste vriend of vriendin zou behandelen. Vaak zijn we enorm streng voor onszelf en mild voor onze omgeving. Dat weten we vaak en dat vinden we vaak heel normaal. Maar waarom eigenlijk?!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Hoe lief ben jij voor jezelf?

Slide 6 - Tekstslide

Laat de studenten een plekje zoeken op een denkbeeldige lijn in het lokaal waarbij ze deze vraag in gedachten nemen. 
Waarom zijn ze gaan staan waar ze zijn gaan staan? Hebben ze voorbeelden? Waarom zijn ze streng voor zichzelf? En waarom soms juist niet? Kies een aantal studenten om te bevragen. 
Innerlijke criticus / Monkey Mind
We hebben allemaal een innerlijke criticus. Het stemmetje in jezelf die dingen roept als:
'Je doet dat toch fout' 
'Dat kun jij niet'
'Je denkt alleen maar aan jezelf'
'Doe eens normaal, doe niet zo raar'
Enzovoort..

Aangezien die stem in je eigen hoofd zit, denken we vaak dat het waarheid is. Maar eigenlijk is het slechts een gedachte en helemaal geen waarheid of feit. Het gaat alleen zo automatisch en snel, dat  je dat wel denkt. Het is dus belangrijk om soms stil te staan bij wat je allemaal dénkt en of dat wel klopt?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kareltje
Je Monkey Mind is vaak actief!  Een truc om hiermee om te gaan, is dat je de negatieve stem in jouw hoofd een naam geeft. Bijvoorbeeld Kareltje. Kareltje roept de hele dag dingen naar je, maar heeft Kareltje ook gelijk? Of is het gewoon een chagrijnig oud mannetje?

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk eventueel het bijpassende filmpje of zoek een ander passend filmpje. 
Wat heeft 'Kareltje' afgelopen week naar jou geroepen?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zeg je tegen jezelf als:

Je langs een groepje loopt en ze gaan lachen?

Slide 10 - Tekstslide

Er komen een aantal vragen langs die je stuk voor stuk met de studenten bespreekt. Sta er niet té lang bij stil. Het gaat om het besef dat ze vaak strenger voor zichzelf zijn dan voor een ander. 
Wat zeg je tegen jezelf als:

Je een fout hebt gemaakt?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zeg je tegen jezelf als:

Je te laat bent in de les?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Let op! De vragen worden net iets anders

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zeg je tegen jouw beste vriend/vriendin als:

Hij/zij langs een groepje loopt en ze gaan lachen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zeg je tegen jouw beste vriend/vriendin als:

hij/zij een fout heeft gemaakt?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zeg je tegen jouw beste vriend/vriendin als:

Je hem/haar iets had gevraagd, maar hij/zij is het vergeten te doen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zeg je tegen jouw beste vriend/vriendin als:
Hij/zij te laat is in de les?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Wat valt je op aan de antwoorden?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mild versus Streng


Kans is groot, dat je tegen jezelf (veel) strenger bent, dan tegen je vriend of vriendin.
Gek eigenlijk he? 

Je motiveert anderen door ze eerlijk, maar opbouwend toe te spreken en je motiveert jezelf door jezelf neer te halen. Of eigenlijk doet je Monkey-mind / innerlijk criticus / Kareltje dat. 
Zou je jezelf misschien meer kunnen motiveren door milder te zijn?

Slide 19 - Tekstslide

Is het allemaal wel waar wat je tegen jezelf zegt? Moet het allemaal?
Ik ben iemand die...

Schrijf 10x onder elkaar:
 'Ik ben iemand die...' 

En vul de zinnen aan met eigenschappen/kwaliteiten/dingen die jou een mooi en leuk mens maken! 

Slide 20 - Tekstslide

Zie https://www.voorpositiviteit.nl/positieve-eigenschappen/ voor extra inspiratie. Als studenten hun eigen kwaliteiten al goed kennen is het wellicht makkelijker in te vullen. Hebben ze nog een setje in de goede richting nodig, dan zou je de kaarten van het kwaliteitenspel als inspiratie kunnen gebruiken of bijv. een lijst met kwaliteiten. 
Ronde 1
1) Pak je lijst erbij met talenten en eigenschappen. 
2) Neem de lijst even door, en laat wat je hebt opgeschreven ook echt even 'doordringen'.
3) Ga tegenover iemand anders staan. 
4) Vertel de ander wie jij bent, met al die talenten en positieve eigenschappen. Lees niet voor, maar vertel je eigen verhaal! 
5) Doe dit allebei één keer 




Slide 21 - Tekstslide

Iedere student heeft nu een lijst met positieve eigenschappen van zichzelf. 

- Laat de studenten hun eigen lijst nog eens goed doorlezen. 
- Maak duo's 
- Studenten vertellen elkaar om de beurt wie jij bent, met al deze talenten en positieve eigenschappen. Daag ze uit om het niet voor te lezen, maar om er een echt verhaal van te maken. 

Bespreken 

Hoe vond je dit om te doen? 
Hoe ervaarde je het kijken en luisteren naar degene tegenover je?
Vond je het geloofwaardig? 
Wat maakt de ander geloofwaardig? 




Slide 22 - Tekstslide

Stem(volume)? Praat hij hard, of zacht? Snel of langzaam? Duidelijk of onduidelijk? Houding? Staat hij rechtop? Of in elkaar gedoken? Kijkt de ander je in de ogen? 

Wat maakt de ander geloofwaardig? Wat maakt dat je de ander gelooft in zijn zekerheid? 
Ronde 2 

We doen het nog een keer.
Neem nu mee wat we net besproken hebben. 

Als je gelooft wat de ander zegt, doe je een stapje naar voren!
Jij herhaalt wat je zegt, totdat de ander dichterbij komt. Claim je kwaliteit!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk van binnenuit
'Op mijn 20e moet ik mijn diploma binnen hebben'
'Voor mijn 22e wil ik echt wel een relatie'
'Ik moet minstens een 7 halen voor die toets'
'Ik mag geen fouten maken op stage'

Dit moet allemaal. Maar besef je goed: dit moet van jezelf.
Waarom? Wat gebeurt er als je op je 20e nog geen diploma hebt?
Jij legt jezelf deze dingen op en alleen jij kan die druk dus ook wegnemen.

Slide 24 - Tekstslide

Wie herkent deze uitspraken? Kort gesprek met studenten om vervolgens door te gaan naar de opdracht 'Fuck-it-list'. 
Jullie kennen de Bucketlist waarschijnlijk wel. Een lijst met dingen die je nog zou willen doen. Heel leuk en motiverend!
Ken jij ook de F*ck-it list

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

F*CK-IT list

Dé lijst met dingen die je niet (meer) moet van jezelf.
Voorbeelden:
- Ik moet niet meer persé dit jaar slagen
- Ik moet niet meer alles perfect doen op stage
- Ik moet mezelf niet meer aanpassen aan anderen


Slide 26 - Tekstslide

Laat de studenten hun eigen F*ck-IT list maken. Hiervoor is een werkblad, zeer waarschijnlijk te vinden in Teams. Er zijn in ieder geval meerdere collega's die dit werkblad hebben, dus vraag vooral rond! 

Deel de werkbladen fysiek uit of kies voor om de opdracht uit te delen in Teams. Om de opdracht groter te maken, zou je ervoor kunnen kiezen de studenten hun lijst te laten 'presenteren' als afsluiting.