Unit 3 lesson 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Unit 3 Lesson 2

Learning targets:

Listening

Present perfect

Practice

Listening exercise

Exercise 1, Melbourne

PRESENT PERFECT

Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Voorbeelden:

1. I have lived in New York for seven years now.

    Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.

2. I have painted the door.

     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.

Ontkennend:

Basisregel:

have/has + not + hele ww + ed

Onregelmatig:

have/has + not + 3e rijtje 

Vragend:

Basisregel:

Have/Has + onderwerp + hele ww + ed

Onregelmatig:

Have/Has + onderwerp + 3e rijtje

SIGNAALWOORDEN - FIJNE JAS!

• F   for - (nu) al
• Y   yet - al (in vraagzinnen)
• N   never - (nog) nooit
• E   ever - ooit

• J   just - net
• A   already - al
• S   since - sinds

Hoe vorm je de Present Perfect?

1. stam + ED
2. het derde rijtje van de irregular verbs
3. stam + S bij he / she / it
4. has / have + voltooid deelwoord

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?

1. never / ever / for / since
2. was / were / been
3. however / although / always
4. when / how / always

Welke zin staat in de Present Perfect?

1. My cat finally caught the mouse.
2. His cat hasn't caught a mouse since last year.
3. My dog never catches anything.
4. Did you get caught?

Welke zin staat in de Present Perfect?

1. She goes home at 8 o'clock.
2. He fell off his bike.
3. She has eaten 3 sandwiches so far.
4. They worked all day yesterday.

Sleep de signaalwoorden die horen bij de Present Perfect.

Signaalwoorden
Present Perfect

since

already

for

just

yet

never

ever

yesterday

last week

in 2019

last year

Maak de present perfect:
He listens

Maak present perfect:
John lives

what is the present perfect?
We ________( learn) the present perfect

Maak de present perfect:
They wait

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

___ you ever ___ (live) in China before?

1. Have lived
2. Has lived

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

My boyfriend ___ ___ (buy) me some
wonderful roses.

1. have bought
2. has bought
3. have buyed
4. has buyed

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

The dogs ___ ___ (not - eat) anything for three days.

1. haven't ate
2. hasn't ate
3. haven't eaten
4. hasn't eaten

Start with homework

Unit 3, lesson 2

Do exercise 6, 7 and 8

page: 

Homework 12 Feb

Finish Unit 3, Lesson 2

Exercise 1 till 10

Study vocab lesson 2

Lesson 2, part 2

ex. 3, 5, 9, 12, 13, 14