Aspecten van stedelijke gebieden

Aspecten van stedelijke gebieden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aspecten van stedelijke gebieden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de kenmerken van een stad weergeven en kun je voorbeelden geven van voorzieningen. Aan het einde van de les weet je wat urbanisatie is en waardoor steden groeien. Aan het einde van de les weet je wat een megastad, een hoofdstad en een wereldstad zijn. Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen een krottenwijk, een voorstad en het zakencentrum.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over stedelijke gebieden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een stad en voorbeelden van voorzieningen
Stad: Een grote en dichtbevolkte plaats met diverse voorzieningen en een complexe structuur.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie en oorzaken van urbanisatie
Urbanisatie: Het proces waarbij mensen van het platteland naar de stad verhuizen, resulterend in stedelijke groei.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onderscheid tussen megastad, hoofdstad en wereldstad
Megastad: Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen tussen krottenwijk, voorstad en zakencentrum
Krottenwijk: Een wijk met slechte leefomstandigheden, vaak gebouwd met geïmproviseerde materialen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
Stad: Een grote en dichtbevolkte plaats met diverse voorzieningen en een complexe structuur.
Urbanisatie: Het proces waarbij mensen van het platteland naar de stad verhuizen, resulterend in stedelijke groei.
Megastad: Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
Hoofdstad: De stad waar de regering van een land is gevestigd.
Wereldstad: Een invloedrijke stad op internationaal niveau, vaak met belangrijke economische, politieke en culturele rollen.
Krottenwijk: Een wijk met slechte leefomstandigheden, vaak gebouwd met geïmproviseerde materialen.
Voorstad: Een woongebied aan de rand van een stad, vaak met een eigen karakter en voorzieningen.
Zakencentrum: Het financiële en commerciële hart van een stad, met veel kantoren en bedrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.