4m.h05.voorkennis

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Thema 5: voorkennis

Je werkt deze les vanuit lessonup. Lessonup geeft aan wanneer je opdrachten uit het boek moet maken.

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je weer: (herhaling)

- Hoe je oppervlakte maten omrekent

- Oppervlakte uitrekent

- Inhoud uitrekent

- Inhoudsmaten omrekent

- Hoe snel je loopt en hoe snel je fietst (en hiermee rekenen)

- km/h omrekenen naar m/s

- verschillende tijdseenheden omrekenen (jaar, dagen, uren etc)

zet de lengte maten in de goede volgorde van groot naar klein

km

hm

dam

m

dm

cm

mm

01:22

6 dm² = ... cm²

1. 0,6
2. 6
3. 60
4. 600

Het kan fijn zijn om dit rijtje inclusief de pijltjes over te nemen in je schrift.

30 000 mm² = ... m²

1. 3 00 m²
2. 0,3 m²
3. 3 m²
4. 0,03 m²

0,5 km² = ... m²

1. 500 000 m²
2. 500 m²
3. 50 000 m²
4. 5 000 m²

2km² = ... m²

1. 0,002 m²
2. 2 000 000 m²
3. 2 000 m²
4. 0,000002 m²

6 m² = ... dm²

1. 963 dm²
2. 60 dm²
3. 600 dm²
4. 6000 dm²

5600 dm² = ... m²

1. 56 m²
2. 560 m²
3. 560 000 m²
4. 0,56 m²

Even herhalen. Maak deze opdracht in je schrift.

De kamer is verdeeld in drie stukken. De afmetingen zijn in centimeters.

a. Bereken de oppervlakte van de rechtoeken D, E en F in cm².

b. Hoeveel cm² is de oppervlakte van de hele kamer?

c. Reken uit hoeveel m² dat is.

Vul op de volgende slides alleen het antwoord

in, dus zonder berekening en zonder eenheid.

a. Oppervlakte van rechthoek D = ... cm²

a. Oppervlakte van rechthoek E = ... cm²

a. Oppervlakte van rechthoek F = ... cm²

b. Oppervlakte van de hele kamer = ... cm²

c. Oppervlakte van de hele kamer = ... m²

Voorkennis (boek)

- Ga naar blz 112/113

- Maak v3 a t/m d, v4 en v5

- Kijk dit na (met een andere kleur pen, niet bij: leen er 1)

- Maak v7, v9

-Ga naar de volgende slides

v10a. 1 jaar is ... maanden
(vul alleen het getal dat je invult in)

v10b. 1 jaar is ... weken
(vul alleen het getal dat je invult in)

v10c. 1 etmaal is ... uur
(vul alleen het getal dat je invult in)

v10c. 8 weken is .. dagen
(vul alleen het getal dat je invult in)

Klaar

Je bent nu klaar met het huiswerk voor dinsdag 1 sept.

In de afbeelding kan je al het huiswerk van deze week zien. Werk vooral verder als je klaar bent.