Examenmodule M3 - herhaling reactie energie en vormingswarmte

LPM 5H SK
H9.2 vormingswarmte
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LPM 5H SK
H9.2 vormingswarmte

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen

  • Herhaling berekening reactiewarmte chemische reactie.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noemen we energie die opgeslagen zit in stoffen?
A
Reactie energie
B
Onzichtbare energie
C
Nucleaire energie
D
Chemische energie

Slide 3 - Quizvraag

Maak de volgende zin af:
Bij de verbanding van hout…
A
komt warmte vrij, dus het is een exotherme reactie.
B
wordt warmte ontrokken, dus het is een endotherme reactie.
C
wordt warmte ontrokken, dus het is een exotherme reactie.
D
komt warmte vrij, dus het is een endotherme reactie.

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek. Niet alle woorden worden gebruikt. 
beginstoffen
reactieproducten
activeringsenergie
geactiveerde toestand
reactiewarmte
toegevoerde energie
niet-ontleedbare stoffen

Slide 5 - Sleepvraag

Bij een exotherme reactie komt er energie vrij. 
De eindproducten bevatten minder energie dan beginproducten.
Het netto energie-verschil is negatief.


Slide 6 - Tekstslide

Bij een  endotherme reactie moet continu energie worden toegevoegd. 
De eindproducten bevatten meer energie dan de beginproducten.
Het netto energie verschil is positief.

Slide 7 - Tekstslide

nieuw begrip: vormingswarmte
Vormingswarmte = Energie die nodig is om 1 mol van een stof te vormen
- voor veel stoffen op te zoeken in Binas tabel 57 A en B
- gegeven in: 10⁵ Joule per mol stof (Joule = eenheid voor energie)
- negatief betekent: energie komt vrij

let op!
- Voor elementaire stoffen (zoals O2 of C) geldt: vormingswarmte = 0
- sommige stoffen komen vaker voor (verschillende fase: H₂O (g) en H₂O (l) )

hoezo?
De vormingswarmte is gedefinieerd voor de vorming VANUIT elementen. Als iets al een element is, kost het dus geen energie om dit te vromen, daarom is deze 0.

Slide 8 - Tekstslide

zoek op in Binas 57A:
Wat is de vormingsenergie van waterdamp?
A
0 J per mol
B
-2,42 x10⁵ J per mol
C
-2,86 x 10⁵ J per mol
D
-4,36 x 10⁵ J per mol

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de vormingsenergie
van waterstof?
waterstof
waterstof = H₂
kun je het niet vinden?
Hoe zou dat kunnen?
A
0 J per mol
B
-2,42 x 10⁵ J per mol
C
-2,86 x 10⁵ J per mol
D
-4,36 x 10⁵ J per mol

Slide 10 - Quizvraag

Reactiewarmte
Voor elke reactie is energie nodig of komt energie vrij.
De hoeveelheid energie kun je berekenen = reactiewarmte

Reactiewarmte (ΔE) bereken je met:

ΔE = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen
ΔE

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld (zie Binas tabel 57)
De vorming van lachgas uit de elementen stikstof en zuurstof:
 2 N2 (s) +  O2 (g) → 2 N2O(g)  
vormingswarmte reactieproducten: 
2 mol N2O = + 0,816 per mol * 2 = 1,632 x 105 joule
vormingswarmte beginstoffen = 0 (want elementen)
reactiewarmte ΔE = eind - begin = 1,632 - 0 = 1,632 x 105 joule


 

Slide 12 - Tekstslide

vormingswarmte per mol
Soms moet je de vormingswarmte per mol stof berekenen.
dan moet je dus nog delen door het aantal mol stof.

voorbeeld:
We hebben net de vormingswarmte van deze reactie berekend:
2 N2 (s) +  O2 (g) → 2 N2O(g)  ; ΔE = 1,632 x 105 joule
Dat is per mol N2O = (1,632 : 2) = 0,816*105 joule

Slide 13 - Tekstslide

geef de reactiewarmte van deze reactie:
4H₂ (g) + CO₂ (g) → CH₄ (g) + 2 H₂O (g)

ΔE = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen

Slide 14 - Open vraag

uitwerking: 4 H₂ (g) + CO₂ (g) → CH₄ (g) + 2 H₂O (g)

ΔE = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen

BINAS 57:
eind =    CH4      =   (binas 57B) -0,75*10⁵ 
                 2 H2O  =   (gas, binas 57A) =   -2,42*10⁵ * 2   =   -4, 84*10⁵
begin = 4 H2     =    element =   0 * 4   = 0
                 CO2      =   - 3,935*10⁵ 

1/2

Slide 15 - Tekstslide

4 H₂ (g)   +   CO₂ (g)   →   CH₄ (g)  +     2 H₂O (g)


ΔE = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen

totaal = eind - begin = (-0,75*10⁵  + -4,84*10⁵) - (0 + -3,935*10⁵) = -1,655*10 J


x10⁵ ???
als je in de eindsom bij geen van de vormingswarmtes x10⁵ zet, maar aan het eind (antwoord) wel, kom je ook goed uit!
-0,75*10⁵ 
0*4 = 0
-3,935*10⁵ 
 -2,42*10⁵*2 = -4,84*10⁵
2/2
let goed op:
+ - = -
- - = +

Slide 16 - Tekstslide

Maak nu vraag 12 op bz. 43 en upload een foto van je resultaat.

Slide 17 - Open vraag