4. Eenheden afleiden

hoofdstuk vaardigheden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

les 5 eenheden afleiden

Slide 2 - Tekstslide

snelheid
In welke eenheid vind je de snelheid?
    S
V = --------
     t

V = snelheid in ?
S = afgelegde weg in meter
t = tijd in seconde

 

Slide 3 - Tekstslide

snelheid
    S
V = --------
     t


                meter                   
       V = -——------ => m/s
    seconde
 

Slide 4 - Tekstslide

In welke eenheid vind je de snelheid (V), wanneer je de afgelegde weg (S) invult in kilometer en de tijd (t) in uur (h)?

V = S / t

Slide 5 - Open vraag

In welke eenheid vind je de snelheid (V), wanneer je de afgelegde weg (S) invult in millimeter en de tijd (t) in seconden?

V = S / t

Slide 6 - Open vraag

= m / v

Het volume wordt in dm^3 ingevuld en de massa wordt in gram ingevuld. Welke eenheid heeft de dichtheid (rho)?
ρ

Slide 7 - Open vraag

Wat is de eenheid van versnelling (a)?
a = v / t
V = snelheid in m/s
t = tijd in seconden

Slide 8 - Open vraag

In welke eenheid vind je het moment (M)?
M = F x l

M = moment in ?
F = kracht in Newton
l = lengte van de arm in meter
M = F x l
               M = N x m = Nm



Slide 9 - Tekstslide

E = P x t
P wordt ingevuld in W
t is in uur (h)
In welke eenheid vind je E?

Slide 10 - Open vraag

E = P x t
P = vermogen in kilowatt
t = tijd in uur (h)
wat is dan de eenheid voor E?

Slide 11 - Open vraag

W = F x s
In welke eenheid vind je de arbeid (W)
Zoek indien nodig in Binas op wat de letters betekenen en welke eenheid daar bij hoort!

Slide 12 - Open vraag

Q = C x m x delta T
Delta T = in kelvin (K)
C = J / g / K
In welke eenheid moet je de massa invullen?
Noteer alleen de afkorting van die eenheid

Slide 13 - Open vraag

Q = C x m x delta T
Delta T = in kelvin
massa = in gram
C = J / g / K
In welke eenheid vind je Q? Noteer alleen de afkorting van die eenheid

Slide 14 - Open vraag

Fz = m x g (m = Fz / g)
Fz = zwaartekracht in Newton (N)
g = gravitatieconstante in N/kg
In welke eenheid moet je de massa invullen?

Slide 15 - Open vraag