2.4 Provincies en gemeenten
1 / 32
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De Tweede Kamerleden van één politieke partij noemen we...
A
Een fractie
B
Een bestuur
C
De Eerste Kamer
D
De koning
Slide 3 - Quizvraag
De Tweede Kamer controleert de regering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Alle vergaderingen van de Tweede Kamer zijn geheim. Je kunt ze dus niet volgen of inzien.
A
Waar
B
Niet waar
C
Deels waar
Slide 5 - Quizvraag
De oppositie partijen zitten niet in de regering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Elke minister is het hoofd van een ministerie: een afdeling van de overheid die over één onderwerp gaat. Noem zoveel mogelijk voorbeelden van ministeries.
Slide 7 - Open vraag
Bij het kabinet horen:
A
De staatssecretarissen en de ministers
B
De ministers
C
De staatssecretarissen en de koning
D
De koning en de ministers
Slide 8 - Quizvraag
De koning kan weigeren te tekenen voor een wet
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Op welke manieren kunnen burgers invloed uitoefenen (burgerinitiatief)?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Naast de landelijke politiek hebben we het ook gehad over...
Slide 15 - Open vraag
De burgemeester wordt aangewezen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Door wie wordt de burgemeester aangewezen?
Slide 17 - Open vraag
De mensen die de gemeente gaan besturen noemen we de ....
Slide 18 - Open vraag
Het hoofd van de provincie is
A
De burgemeester
B
De commissaris van de Koning
C
De Koning
D
De Tweede Kamer
Slide 19 - Quizvraag
Welke taken hebben de Provinciale Staten allemaal?
