Wereldburgerschap: globalisering, mondiale problemen en EU

AUB - methode

Stelling:             Mensen moeten minder papier gebruiken.
                               Argument
Dat is beter voor het milieu.

                               Uitleg             
Als we minder papier gebruiken, worden er minder bomen gekapt. Bossen zijn enorm belangrijk, niet alleen voor het zuurstof- gehalte, maar ook voor 80% van alle dieren op aarde. 

                               Bijvoorbeeld
Zo leven er door de ontbossing in Indonesië bijna geen tijgers meer: er zijn er op dit moment minder dan 400. Dat blijkt uit een rapport dat Greenpeace onlangs heeft gepubliceerd.

                           
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

AUB - methode

Stelling:             Mensen moeten minder papier gebruiken.
                               Argument
Dat is beter voor het milieu.

                               Uitleg             
Als we minder papier gebruiken, worden er minder bomen gekapt. Bossen zijn enorm belangrijk, niet alleen voor het zuurstof- gehalte, maar ook voor 80% van alle dieren op aarde. 

                               Bijvoorbeeld
Zo leven er door de ontbossing in Indonesië bijna geen tijgers meer: er zijn er op dit moment minder dan 400. Dat blijkt uit een rapport dat Greenpeace onlangs heeft gepubliceerd.

                           

Slide 1 - Tekstslide

Wereldburgerschap
Globalisering
Mondiale Problemen
Europese Unie

Slide 2 - Tekstslide

?

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord past
bij de foto's?

Slide 4 - Woordweb

Globalisering

Slide 5 - Tekstslide

Globalisering
  • Door allerlei ontwikkelingen kom je steeds meer in contact met de rest van de wereld.

  • Door mogelijkheden van het internet, reizen die goedkoper worden en de herkomst van de producten die jij koopt. 

  • Dit noemen we globalisering.


Slide 6 - Tekstslide

Globalisering 
Globalisering > mensen op de wereld zijn steeds meer met elkaar verbonden

  • Economische globalisering
  • Politieke globalisering
  • Culturele globalisering

Slide 7 - Tekstslide

?

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord past
bij de foto's?

Slide 9 - Woordweb

 Multinationals

Slide 10 - Tekstslide

Economische Globalisering
  • Wereldwijde handel
    Door de globalisering is de wereldwijde handel enorm toegenomen. 

  • Producten uit buitenland kopen
    In Nederland kun je allerlei producten uit het buitenland kopen en veel Nederlandse bedrijven laten producten in het buitenland maken. 

  • Multinationals
    Deze bedrijven met fabrieken, kantoren, winkels in verschillende landen, noem je multinationals. 

Slide 11 - Tekstslide

Politieke Globalisering 
  • Landen samenwerken
    Door globalisering worden landen meer afhankelijk van elkaar. Daardoor moeten landen meer samenwerken. Bijvoorbeeld als het gaat om handel, milieu en veiligheid.

  • Voordeel: Problemen worden beter aangepakt omdat meer landen kunnen bijdragen.
  • Nadeel: Landen moeten zich aan internationale afspraken houden en kunnen minder zelf beslissen.

Slide 12 - Tekstslide

Internationale organisaties
  • Er zijn 2 soorten: 

  • ngo's (niet gouvernementele organisatie = niet afhankelijk van overheden) zoals Amnesty International, Wereldnatuurfonds en Greenpeace 

  • en organisaties waar landen lid van zijn zoals de VN, NAVO en EU.

Slide 13 - Tekstslide

Greenpeace is een wereldwijde milieuorganisatie en voert verschillende acties uit.

Noem een voorbeeld van een actie (mag met google)

Slide 14 - Open vraag

Zoek het logo van een ngo, anders dan Greenpeace.

Slide 15 - Open vraag

Amnesty International is een goed doel dat zich in zet voor?
A
stemrechten
B
volksgezondheid
C
onderwijs
D
mensenrechten

Slide 16 - Quizvraag

Check de site van Amnesty International. Schrijf op wat de actie Write for Rights is.

Slide 17 - Open vraag

Internationale organisaties
  • Er zijn 2 soorten: 

  • ngo's (niet gouvernementele organisatie = niet afhankelijk van overheden) zoals Amnesty International, Wereldnatuurfonds en Greenpeace 

  • en organisaties waar landen lid van zijn zoals de VN, NAVO en EU.

Slide 18 - Tekstslide

Waar staat VN voor?
A
Veranderende Naties
B
Verenigde Naties
C
Vallende Naties
D
Voorlopige Naties

Slide 19 - Quizvraag

VN
  • Verenigde Naties: opgericht in 1945 om wereldoorlog te voorkomen:

  • Handhaving van de internationale vrede en veiligheid.

  • Hoeveel landen zijn lid van de VN?

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel landen zijn aangesloten bij de VN
A
10
B
53
C
193
D
alle landen

Slide 21 - Quizvraag

Van welke organisatie wordt
Mark Rutte de baas (secretaris-generaal)?
A
VN
B
NAVO
C
EU
D
Tweede kamer

Slide 22 - Quizvraag

Na de 2e wereldoorlog is ook de NAVO opgericht. Wat is een belangrijke taak van de NAVO?
A
elkaar helpen bij ziekte
B
helpen als de economie niet goed gaat
C
helpen bij oorlog
D
helpen bij alle problemen

Slide 23 - Quizvraag

De NAVO
  • Sinds 1949 is Nederland lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.
     
  • De lidstaten helpen elkaar als ze aangevallen worden.
     
  • Een militair bondgenootschap van hoeveel landen?

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel landen zijn aangesloten bij de NAVO
A
12
B
32
C
52
D
102

Slide 25 - Quizvraag

EU

Slide 26 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting EU?
A
Europese Uniform
B
Een Unie
C
Europese Unie
D
Europa United

Slide 27 - Quizvraag

Europese Unie

Slide 28 - Tekstslide

Europese Unie (EU)
  • 28 landen
  • Door de EU hebben we een gemeenschappelijke handelsmarkt.
  • EU-burgers kunnen in elk EU-land wonen, werken en studeren.
  • Door de Europese samenwerking is de welvaart gestegen en is er al bijna 80 jaar vrede tussen de EUROPESE landen.

Slide 29 - Tekstslide


Aan welk feest uit Amerika moet je denken bij de foto?
A
Sushi
B
Oud&Nieuw
C
Sinterklaas
D
Halloween

Slide 30 - Quizvraag

Culturele globalisering
  • Informatie delen en met elkaar in contact
    Door het internet kun je veel makkelijker informatie delen en met elkaar in contact komen. Denk maar aan forums op internet, berichtjes via Whatsapp, Instagram, Facebook of de website Wikipedia. 

  • Gewoontes en tradities delen
    Mensen over de
    hele wereld maken gebruik van elkaars kennis. Culturele gebruiken, feesten, eetgewoontes en tradities worden over de wereld verspreid. Denk maar aan Halloween, het eten van sushi of het beoefenen van taekwondo of Capoeira.

Slide 31 - Tekstslide

Wat heb je onthouden?
Quizvragen over: 
  • Economische globalisering
  • Politieke globalisering
  • Culturele globalisering

Slide 32 - Tekstslide

Wat is globalisering?
A
Mensen overal ter wereld zijn op verschillende vlakken steeds meer met elkaar verbonden
B
De toename van smartphones, manieren van transport en internetgebruik
C
Wereldpolitiek
D
De toegenomen binding tussen China en de VS

Slide 33 - Quizvraag

Veel jongeren gaan na hun studie een (half)jaartje ‘backpacken’ in Australië en Azië. Via internet houden zij dan hun ouders en vrienden op de hoogte. Dit is een voorbeeld van:
A
emotionele globalisering
B
politieke globalisering
C
economische globalisering
D
culturele globalisering

Slide 34 - Quizvraag

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.

Hier is vooral sprake van:

A
emotionele globalisering
B
politieke globalisering
C
economische globalisering
D
culturele globalisering

Slide 35 - Quizvraag

Hoeveel lidstaten zijn er nu in de EU?
A
25
B
21
C
26
D
28

Slide 36 - Quizvraag

Sleep de internationale samenwerking naar het goede kaartje
Europese Unie
Benelux
Verenigde Naties
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)

Slide 37 - Sleepvraag

Er is steeds meer te koop en het is nog betaalbaar ook is een voorbeeld van
A
emotionele globalisering
B
politieke globalisering
C
economische globalisering
D
culturele globalisering

Slide 38 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de Verenigde Naties?
A
vrede bewaren
B
landen bestraffen
C
oorlog voeren
D
hulp bieden aan oorlogsgebieden

Slide 39 - Quizvraag

Waar staat de afkorting 'NGO' voor?
A
nationaal genootschap ornithologie
B
niet-gouvernementele organisatie
C
het moet zijn: OMG = Oh my God
D
niet-gespecificeerde organisatie

Slide 40 - Quizvraag

Wat zijn multinationals?
A
Hele rijke, grote bedrijven
B
Bedrijven met vestigingen in eigen land
C
Bedrijven met fabrieken, kantoren of winkels in meerdere landen
D
Bedrijven waar mensen met verschillende nationaliteiten werken

Slide 41 - Quizvraag

Van welke organisatie is dit het symbool?

Slide 42 - Woordweb

opdrachten maken in je werkboek
Wereldburgerschap
Thema 1, hoofdstuk 1: globalisering

alleen de theorieopdrachten,  niet de verwerkingsopdrachten (je mag overleggen met een klasgenoot)

Slide 43 - Tekstslide

Mondiale problemen

Problemen waar verschillende landen mee te maken hebben.​

Landen moeten samenwerken aan oplossingen.​

- internationaal verdrag​

Slide 44 - Tekstslide

Milieuvervuiling​

Aantasting van het milieu door activiteiten van mensen. ​

Klimaatverandering​

De verandering van het klimaat op aarde.​
Opwarming aarde --> ijskappen smelten --> zeespiegel stijgt      --> overstromingen en andere extreme weersomstandigheden

Slide 45 - Tekstslide

broeikaseffect
versterkt broeikaseffect

Slide 46 - Tekstslide

Gevolgen van oorlog:​

  • Er vallen slachtoffers.​
  • De economie stort in.​
  • In basisbehoeften kan niet worden voorzien.​
  • Mensen moeten vluchten.​






Burgeroorlog​:

Een oorlog tussen verschillende groepen binnen een land.

Slide 47 - Tekstslide

Terrorisme​:
Het plegen van geweld met een politiek of religieus doel.​

Gevolgen van terrorisme​:

  • Burgers worden bang.​
  • Politici staan onder druk.​
  • Onschuldige burgers komen om.​
  • Bestrijding kost veel geld.​
  • De privacy van burgers komt onder druk te staan.




Slide 48 - Tekstslide

Wat is terrorisme?
A
Terrorisme is het plegen van gewelddadige acties
B
Het misbruiken van een geloof
C
Het vernielen van publiek eigendom
D
Het plegen van aanslagen

Slide 49 - Quizvraag

De aarde..
A
wordt kouder door klimaatverandering.
B
wordt warmer door klimaatverandering.
C
blijft even warm zoals nu.

Slide 50 - Quizvraag

Wat is een Burgeroorlog?
A
Spanningen tussen 2 landen
B
Burgers van verschillende landen die een conflict hebben
C
Oorlog tussen 2 partijen in 1 land
D
Oorlog tussen twee continenten

Slide 51 - Quizvraag