6 Vwo Economie par. 15.1

13.24a
Pijl 3, want als het energieverbruik ...(1), dan ...(2) de vraag naar emissierechten
A
1> daalt 2> daalt
B
1> stijgt 2> daalt
C
1> daalt 2> stijgt
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

13.24a
Pijl 3, want als het energieverbruik ...(1), dan ...(2) de vraag naar emissierechten
A
1> daalt 2> daalt
B
1> stijgt 2> daalt
C
1> daalt 2> stijgt

Slide 1 - Quizvraag

13.24c
De prijs van emissierechten is ... hoog genoeg voor bedrijven om maatregelen te nemen de C)2 uitstoot te verminderen
A
wel
B
niet

Slide 2 - Quizvraag

13.24e
Het verplaatsen van productie naar ontwikkelingslanden zorgt ervoor dat de CO2 uitstoot wereldwijd ...
A
daalt
B
gelijk blijft
C
stijgt

Slide 3 - Quizvraag

Economische groei
Stijging nominale BBP, gecorrigeerd voor inflatie

Dus 

Groei reële BBP
of
Volumegroei van het BBP

Slide 4 - Tekstslide

Economische groei
Hoge-, lage- of negatieve groeicijfers

Reëel BBP groeit meer dan gemiddeld, groeit niet of nauwelijks of neemt af

Conjunctuurbeweging: schommelingen in de groei van het reële BBP


Slide 5 - Tekstslide

Trendlijn
Trend is gemiddeld groeipercentage over een groot aantal jaren


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Laagconjunctuur
Hoogconjunctuur
Stijging vacatures
Stijging lonen
Stijging werkloosheid
Stijging prijzen

Slide 10 - Sleepvraag

5 grote spelers

Slide 11 - Tekstslide

5 grote spelers
- Gezinnen
- Bedrijven
- Overheid
- Buitenland
- Financiële instellingen


Slide 12 - Tekstslide

Y = C + I + O + E - M
( CIOEM )

Y = C + B + S

Slide 13 - Tekstslide

Economische kringloop 
(geldstromen)
Y = nationaal inkomen
C = Consumptie
B = Belasting
S = Besparingen
O = Overheidsbestedingen
I = Investeringen
E = Export
M = Import 

Slide 14 - Tekstslide

Y = C + I + O + E - M
Y = C + B + S

C + B + S = C + I + O + E - M
B + S = I + O + E - M
( S - I ) + ( B - O ) = ( E - M )
( S - I ) + ( B - O ) - ( E - M ) = 0

Slide 15 - Tekstslide

( S - I ) is particulier spaarsaldo
( B - O ) is begrotingssaldo
( E - M ) is saldo lopende rekening

Deze saldo's houden elkaar in evenwicht

Slide 16 - Tekstslide

Macro economische identiteiten
  • Gezinnen: Y = C + B + S 
  • Bedrijven Y = C + I + O + E - M 
  • Overheid: B - O 
  • Particulier Spaarsaldo S - I 
  • Nationaal Spaarsaldo S - I + B - O
  • Uitvoersaldo E - M (betalingsbalanssaldo)
  • (S - I) + (B - O) = E - M 

Slide 17 - Tekstslide

Conjunctuur
Vraagzijde
Bestedingen, Effectieve Vraag

EV = C + I + O + E - M

Slide 18 - Tekstslide

Structuur
Aanbodzijde
Productieproces

Afhankelijk van
A = aantal arbeidsjaren, a = arbeidsproductiviteit
K = kapitaalgoederenvoorraad, k = kapitaalproductiviteit
( N = voorraad natuurlijke hulpbronnen, n = kwaliteit natuurlijke bronnen )

Slide 19 - Tekstslide

Structuur
Y = binnenlands inkomen, W = binnenlands product, Y = W

Y = a x A
met a = arbeidsproductiviteit en A = aantal arbeidsjaren

Toename a door scholing en diepte-investeringen

Slide 20 - Tekstslide

Structuur
Y = binnenlands inkomen, W = binnenlands product, Y = W

Y = k x K
met k = kapitaalproductiviteit en K = kapitaalgoederenvoorraad

Toename k door technologische ontwikkeling

Slide 21 - Tekstslide

Y* is de productiecapaciteit
Y* is de laagste van 
a x A 
of 
k x K

Dit noemen we de beperkende factor of knelpuntsfactor

Slide 22 - Tekstslide

Conjunctuur 
EV = C + I + O + E - M

Structuur
W* = a x A of k x K

Slide 23 - Tekstslide

3 mogelijke situaties: 1
EV = Y*

Bestedingsevenwicht

Slide 24 - Tekstslide

3 mogelijke situaties: 2
EV < Y*

Onderbesteding

Bezettingsgraad = Y / Y* x 100%

Grote nadeel onderbesteding = werkloosheid

Slide 25 - Tekstslide

De bezettingsgraad in een land is 85,6%. Het binnenlands product bedraagt 582 miljard.
Hoe groot is de potentiele productie?
A
666 miljard
B
680 miljard

Slide 26 - Quizvraag

3 mogelijke situaties: 3
EV > Y*

Overbesteding

Grote nadeel overbesteding = (bestedings)inflatie

Slide 27 - Tekstslide

C daalt
C stijgt
Stijging belastingen
Stijging lonen
Stijging consumentenvertrouwen
Stijging rente

Slide 28 - Sleepvraag

I daalt
I stijgt
Hoge winstverwachting
Hoge bezettingsgraad
Hoog producentenvertrouwen
Hoge rente

Slide 29 - Sleepvraag

( E - M ) daalt
( E - M ) stijgt
Stijging BBP Nederland
Stijging BBP buitenland
Stijging prijs Nederlandse producten tov buitenland
Stijging wisselkoers euro

Slide 30 - Sleepvraag

Trendlijn
Trend is gemiddeld groeipercentage over een groot aantal jaren

Trendbeweging: Ontwikkeling van de potentiele productie Y*

Slide 31 - Tekstslide

De conjunctuur: schommelingen in de groei van reeel BBP rondom de trend

Slide 32 - Tekstslide

Output gap
Y - Y*  
Y = werkelijk BBP
Y* = potentieel BBP 

Y < Y * = onderbesteding
Y > Y* = overbesteding
Y=Y*  = bestedingsevenwicht

Slide 33 - Tekstslide

Output gap en inflatie
Positieve output gap in hoogconjunctuur --> risico op inflatie
Negatieve output gap in laagconjunctuur --> weinig inflatie

Hoge bestedingsinflatie vangwege hoge bestedingen
Hoge kosteninflatie vanwege krappe arbeidsmarkt en hogere loonkosten.

Slide 34 - Tekstslide

Hw.
Opgaven 15.4 en 15.5

Slide 35 - Tekstslide