Les 18 - Klare Taal plus - werkwoorden vast voorzetsel

Grammatica
Werkwoorden met vaste voorzetsels
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Werkwoorden met vaste voorzetsels

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het vaste voorzetsel?
Houden .....
A
in
B
met
C
van
D
aan

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
Rekening houden....

A
met
B
naar
C
voor
D
op

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
wennen...
A
voor
B
in
C
met
D
aan

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
Beginnen......
A
op
B
met
C
in
D
voor

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
Praten....
A
met
B
van
C
op
D
over

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
Genieten ....
A
op
B
van
C
over
D
in

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
feliciteren .......
A
aan
B
in
C
met
D
op

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
zich inschrijven....
A
voor
B
in
C
van
D
op

Slide 9 - Quizvraag

wat is het juiste voorzetsel?
last hebben .......
A
op
B
van
C
aan
D
voor

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
luisteren .....
A
in
B
van
C
met
D
naar

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
zich schamen......
A
voor
B
van
C
aan
D
in

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
wachten......
A
met
B
aan
C
op
D
voor

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het juiste voorzetsel?
lijken.....
A
met
B
voor
C
aan
D
op

Slide 14 - Quizvraag

welke voorzetsels ken je?

Slide 15 - Woordweb