20220919 proeftoets Examenidioom A-D

deel 1 - Proeftoets Examenidioom 1-20
In deze Lesson Up ga je een proeftoets maken. 
Er zijn drie onderdelen:
  1. vertaal het onderstreepte woord.
  2. Vul het juiste woord in de gap sentence
  3. Schrijf een zin met het gegeven woord.
Onderdeel 1+2 worden gelijk nagekeken. Onderdeel 3 wordt door je docent gedaan. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

deel 1 - Proeftoets Examenidioom 1-20
In deze Lesson Up ga je een proeftoets maken. 
Er zijn drie onderdelen:
  1. vertaal het onderstreepte woord.
  2. Vul het juiste woord in de gap sentence
  3. Schrijf een zin met het gegeven woord.
Onderdeel 1+2 worden gelijk nagekeken. Onderdeel 3 wordt door je docent gedaan. 

Slide 1 - Tekstslide

Onderdeel A
Vertaal de aangegeven woorden in het Nederlands.
Lees de zin eerst goed door!
Let ook op je Nederlandse spelling, anders rekent LessonUp je antwoord fout.

Slide 2 - Tekstslide

Bianca took one cautious step onto the frozen waves.

cautious=

Slide 3 - Open vraag

The award was given to the best film director.

award =

Slide 4 - Open vraag

What are their average salaries?

average=

Slide 5 - Open vraag

You were desperate and you made a mistake.

desperate=

Slide 6 - Open vraag

Judith's words to her little sister were hostile and mean.

hostile=

Slide 7 - Open vraag

Last year he shot a burglar in his apartment.

burglar =

Slide 8 - Open vraag

On the other hand, maybe it's a good way to avoid trouble.
avoid =

Slide 9 - Open vraag

The people of this country have some strange customs.
customs =

Slide 10 - Open vraag

Remember to always use your conscience.

conscience=

Slide 11 - Open vraag

The changes of seasons are no less complicated and confusing.

confusing=

Slide 12 - Open vraag

Onderdeel B 
Kies het woord wat in de zin past. 

Slide 13 - Tekstslide

Could they _______ a new car?
A
abuse
B
cause
C
purchase
D
deny

Slide 14 - Quizvraag

To whom should I ________ my blunder?
A
ban
B
disobey
C
approve
D
confess

Slide 15 - Quizvraag

Many teenagers want to work at the _______ of the supermarket.
A
checkout
B
bargain
C
commercial
D
abroad

Slide 16 - Quizvraag

It is impossible to _____ terrorism.
A
appal
B
justify
C
keen
D
benefit

Slide 17 - Quizvraag

Onderdeel C
Schrijf een zin van minstens 7 woorden met het gegeven signaalwoord. Uit de zin moet blijken dat het signaalwoord passend en logisch is. 
Bv. likewise- She put on a jacket and told her son to do likewise (hetzelfde)

fout:  Carnival is a likewise event - de betekenis van likewise is hier niet duidelijk en je snapt na deze zin nog steeds niet wat het woord betekent. 


Slide 18 - Tekstslide

Create a sentence with

nevertheless

Slide 19 - Open vraag

Create a sentence with
therefore

Slide 20 - Open vraag

Create a sentence with
owing to

Slide 21 - Open vraag

Einde mock test
Zodra jij klaar bent met de zinnen, kijk je docent ze na. Hierna kun jij in LessonUp zien of de zinnen goed of fout gerekend zijn. 

Tips voor de toets:
- kijk ook goed naar de zinnen tijdens het leren.
- plan je toets en leer iedere dag een stukje.
- herhaal veel en kort (dus niet hele uren achter elkaar, dat is kansloos!
- Gebruik in Quizlet de functie van het 'sterretje' - woorden die je er niet goed in krijgt, kun je hiermee markeren en vaker herhalen. 




Slide 22 - Tekstslide

Klaar?
Leer voor de toets in Quizlet of met je woordenlijst.
Lees de voorbeeldzinnen goed door! 

Good luck! 

Slide 23 - Tekstslide