In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Geslachtsorganen
Slide 1 - Tekstslide
Afspraken thema 4
Gebruik nette woorden ( bv. kut is vagina en lul is penis)
Lach niet om elk 'vies' woordje of plaatje
Laat elkaar uitspreken en lach elkaar niet uit
Stel alleen serieuze vragen
Slide 2 - Tekstslide
Voortplanting en geslachtskenmerken
Het voortplantingsstelsel bestaat uit alle organen die een rol spelen bij de voortplanting. De geslachtsorganen zorgen ervoor dat mensen zich kunnen voortplanten.
Als een baby geboren wordt zie je of het een jongen of een meisje is. Dit noem je het geslacht. De kenmerken waar aan je het geslacht kunt herkennen noem je geslachtskenmerken
Slide 3 - Tekstslide
Geslachtskenmerken
Er zijn 2 soorten geslachtskenmerken:
PRIMAIRE geslachtskenmerken
SECUNDAIRE geslachtskenmerken
Slide 4 - Tekstslide
geslachtskenmerken
Slide 5 - Tekstslide
0
Slide 6 - Video
Primaire geslachtskenmerken
is zichtbaar
kenmerken waar je het geslacht aan herkent
jongens> balzak, penis
meisjes> vagina(vulva) en schaamlippen
Slide 7 - Tekstslide
Secundaire geslachtskenmerken
geslachtskenmerken ontstaan door hormonen.
vanaf het 10e levensjaar ongeveer
meisjes komen eerder in de puberteit
Slide 8 - Tekstslide
Primaire en secundaire geslachtskenmerken man
secundaire geslachts-kenmerken
primaire
geslachts-kenmerken
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Primaire en secundaire geslachtskenmerken vrouw
primaire
geslachts-kenmerken
secundaire geslachts-kenmerken
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Intersekse
Soms kun je aan de buitenkant niet meteen zie of de baby een jongen of een meisje is. De baby heeft dan mannelijke en vrouwelijke kenmerken. Dit noem je intersekse. Bij intersekse kunnen geslachtkenmerken van beide geslachten aanwezig zijn.
Slide 13 - Tekstslide
Uitwendig geslachtsorganen
Je kunt een deel van de geslachtorganen aan de buitenkant zien. Dit noem je de uitwendige geslachtsorganen.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Inwendige organen vrouw
Bij een vrouw ligt het grootste deel van het geslachtsorgaan binnenin de onderbuik. Een vrouw heeft een baarmoeder, eileiders en eierstokken. In elke eierstok zitten honderdduizend onrijpe eicellen. Eicellen zijn de vrouwelijke geslachtscellen. De vagina is een soort van tunnel naar de baarmoeder. In de baarmoeder groeit een baby als een vrouw zwanger is.
Slide 17 - Tekstslide
Inwendige organen man
Als een man seksueel opgewonden wordt vullen de zwellichamen zich met bloed. De penis wordt dan groter en stijf. In de balzak liggen twee teelballen deze maken zaadcellen. Dit zijn de geslachtcellen van een man. Op de teelbal ligt de bijbal en vanaf daar lopen de zaadleiders. deze vervoeren de zaadcellen.
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag
maak blz: 9, 10, 11, 12, 14 en 15
Slide 19 - Tekstslide
Hoe verander je in de puberteit?
Ongeveer na je 10e jaar vinden er veranderingen plaats in je lichaam.
Gemiddeld komen jongeren in hun 12e levensjaar in de puberteit:
Je verandert lichamelijk, geestelijk en sociaal.
Ook je gedrag kan veranderen.
Slide 20 - Tekstslide
Geestelijke veranderingen
In de puberteit verander je ook geestelijk.
Hierbij horen je gedachten, je gevoelens, je zelfstandigheid en sociale leven.
Je wordt langzaam volwassen.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundaire geslachtskenmerken
D
Geen van beide
Slide 23 - Quizvraag
Schaamhaar, okselhaar en meer zweet en talgklieren zijn:
A
Tertiaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken van de vrouw
C
Secundaire geslachtskenmerken van de man
D
Secundaire geslachtskenmerken van beide geslachten