H3.3 Het leven in Rome

Grieken en Romeinen




Geschiedenis - kader 1
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grieken en Romeinen




Geschiedenis - kader 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...kan je uitleggen wat de begrippen insula, Collosseum, gladiator en beton betekenen. 
...kan jedrie Romeinse goden noemen en uitleggen wat hij/zij deed.
....kan je uitleggen wat een amfitheater is.
...kan je uitleggen hoe de mensen in Rome leefden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom namen de Romeinen
veel over van de Grieken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse goden
De Romeinen vonden alles aan de Grieken geweldig, zo ook hun goden.
Deze namen ze van hen over, maar veranderden hun namen wel.
Jupiter, Romeinse oppergod.
Minerva, godin van de wijsheid.
Neptunus, de god van de zee.
Ceres, godin van de oogst.
Mars, de god van de oorlog.
Mercurius, god van de boodschappen.
Vulcan, god van het vuur en smeden.
Pluto, god van de onderwereld.
Vesta, godin van het haardvuur.
Apollo, god van de muziek.
Diana, godin van de jacht.
Venus, godin van de liefde/schoonheid.
Juno, godin van het huwelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jupiter
De Griekse oppergod Zeus werd Jupiter.
Ook hij was de oppergod. 
Jupiter, Romeinse oppergod.
Minerva, godin van de wijsheid.
Neptunus, de god van de zee.
Ceres, godin van de oogst.
Mars, de god van de oorlog.
Mercurius, god van de boodschappen.
Vulcan, god van het vuur en smeden.
Pluto, god van de onderwereld.
Vesta, godin van het haardvuur.
Apollo, god van de muziek.
Diana, godin van de jacht.
Venus, godin van de liefde/schoonheid.
Juno, godin van het huwelijk.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juno
De Griekse godin van het huwelijk was Hera. Zij was ook de vrouw van Zeus.
Bij de Romeinen werd zij Juno genoemd. Ook zij was de vrouw van de oppergod (Jupiter).
Jupiter, Romeinse oppergod.
Minerva, godin van de wijsheid.
Neptunus, de god van de zee.
Ceres, godin van de oogst.
Mars, de god van de oorlog.
Mercurius, god van de boodschappen.
Vulcan, god van het vuur en smeden.
Pluto, god van de onderwereld.
Vesta, godin van het haardvuur.
Apollo, god van de muziek.
Diana, godin van de jacht.
Venus, godin van de liefde/schoonheid.
Juno, godin van het huwelijk.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neptunes
De Griekse god van de zee was Poseidon. 
De Romeinen namen hem ook over, maar veranderden zijn naam in Neptunes. 
Jupiter, Romeinse oppergod.
Minerva, godin van de wijsheid.
Neptunus, de god van de zee.
Ceres, godin van de oogst.
Mars, de god van de oorlog.
Mercurius, god van de boodschappen.
Vulcan, god van het vuur en smeden.
Pluto, god van de onderwereld.
Vesta, godin van het haardvuur.
Apollo, god van de muziek.
Diana, godin van de jacht.
Venus, godin van de liefde/schoonheid.
Juno, godin van het huwelijk.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse goden
De belangrijkste goden kregen een tempel in het midden van de stad. De minder belangrijke goden kregen er een aan de buitenrand van de stad. 
Elk huis had een eigen tempeltje (altaar) voor de huisgoden. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in.
De Romeinen gaven de Griekse god Zeus de naam ...
A
Pluto
B
Neptunes
C
Juno
D
Jupiter

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor god was Jupiter?
A
De god van de onderwereld
B
De oppergod
C
De god van de zee
D
De god van de liefde

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in.
De Romeinen gaven de Griekse god Poseidon de naam ...
A
Pluto
B
Neptunes
C
Juno
D
Jupiter

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor god was Neptunes?
A
De god van de onderwereld
B
De oppergod
C
De god van de zee
D
De god van de liefde

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in.
De Romeinen gaven de Griekse godin Hera de naam ...
A
Pluto
B
Neptunes
C
Juno
D
Jupiter

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor godin was Juno?
A
Ze was godin van het huwelijk en geboorte.
B
Ze was de oppergodin.
C
Ze was de godin van de jacht.
D
Ze was de godin van de liefde.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom stonden de tempels van Jupiter en Juno in het midden van de stad?
A
Omdat zij de belangrijkste goden waren.
B
Omdat zij de minst belangrijke goden waren.
C
Omdat zij Griekse goden waren.
D
Omdat de Romeinen niet konden kiezen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het oude Rome

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijk en arm 
Het verschil tussen rijke en arme Romeinse burgers was groot. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijke Romeinen
  • Wonen in een villa. (Hoe rijker hoe groter deze was.)
  • Slaven deden het werk. (Hoe rijker, hoe meer slaven je had.) 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruïne van een villa van een rijke Romein. Dit was ooit de binnenplaats. Het beeldje dat de bewoners lang geleden in de waterbak zetten, staat er nog.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo moet dezelfde villa er toen uitgezien hebben. De Romeinen versierden hun huizen met mooie, gekleurde afbeeldingen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijke Romeinen - de villa
  • Wonen in een villa. (Hoe rijker hoe groter deze was.)
  • Slaven deden het werk. (Hoe rijker, hoe meer slaven je had.) 
Een decoratieve regenbak.
Atrium. Dit is de eerste plek waar je binnenkomt.
Woonkamer
Eetkamer
Keuken
Slaapkamer
Slaapkamer
Hoofdtrap
Diensttrap
Eetkamer
Tuin
Huisaltaar
Winkel

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arme Romeinen
  • Woonde in een flat, een insula. (Deze waren tot wel vijf verdiepingen hoog!) 
  • Vrije Romeinen moesten hard werken om geld/eten te verdienen.
  • Niet vrije Romeinen waren slaaf van een rijkere Romein.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arme Romeinen - de flat
  • Woonde in een flat. (Deze waren tot wel vijf verdiepingen hoog!) 
  • Vrije Romeinen moesten hard werken om geld/eten te verdienen.
  • Niet vrije Romeinen waren slaaf van een rijkere Romein.
Eetzaal
Keuken
Entree
Winkel voor potten.
Woning
Woning
Woning
Woning
Weverij (winkel)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan.
Een rijke Romein woonde in een...
A
Insula
B
Insult
C
Villa
D
Walhalla

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan.
Bij een rijke Romein deden alle ... het werk.
A
Vrouwen
B
Slaven
C
Huisgenoten
D
Ouders

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan.
Een arme Romein woonde in een...
A
Insula
B
Insult
C
Villa
D
Walhalla

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan.
Een arme Romein was zelf een ... of moest ... werken voor zijn geld.
A
vrouw / weinig
B
vrouw / hard
C
slaaf / weinig
D
slaaf / hard

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drukte in Rome
Rome was een extreem drukke stad. Op haar hoogtepunt telde het zelfs één miljoen inwoners!

Slide 29 - Tekstslide

Vertel dat in de hoogtijddagen van Rome er wel 1 miljoen mensen in de stad woonden. Hoe kwamen zij aan eten? 
1. Het meeste werd geïmporteerd. 
- vooral graan. Dat kwam uit Egypte en Noord-Afrika. 
- fruit dat overal vandaan kwam. 
- vlees dat eens per jaar werd binnengehaald.
- olijfolie dat overal vandaan kwam.
- wijn.
- vers water dat via de aquaducten werd aangevoerd.
Hoe kwamen de Romeinen in Rome aan schoon drinkwater?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

aanmelden feniks online
groepscode:
W7RLRMGH

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:41
Waarom wilde Nero van zijn moeder af?
A
Omdat ze te lief was.
B
Omdat ze zich overal mee bemoeide.
C
Omdat ze te lui was.
D
Omdat ze Nero probeerde te vermoorden.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:41
Op hoeveel manieren heeft Nero geprobeerd zijn moeder te vermoorden?
A
1 manier, was meteen gelukt.
B
2 manieren, ze was een hardnekkig mens.
C
3 manieren, ze wist steeds te ontsnappen.
D
4 manieren, Nero moest echt zijn best doen.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:12
Waarom zou Nero dan toch ontkennen dat hij de brand heeft aangestoken?
A
Dat was goed voor zijn populariteit.
B
Dat was goed voor de mensen die er woonden.
C
Dat was slecht voor zijn populariteit.
D
Dat was slecht voor de mensen die er woonden.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:46
Leg uit waarom de twee mensen kritiek hebben op Nero en later niet meer.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

03:12
Wie heeft de brand aangestoken en waarom?
A
Nero, hij wilde op die plek een paleis bouwen.
B
Nero, hij wilde op die plek huizen bouwen.
C
Christenen, die wilden daar een kerk bouwen.
D
De brand is per ongeluk aangestoken.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:12
In welk jaar was deze grote brand van Rome?
A
44 v.Chr.
B
44 n.Chr.
C
64 v.Chr.
D
64 n.Chr.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Collosseum
Het grootste theater in Rome heette het Colosseum
  • Dubbel Grieks theater, dat niet uit de rotsen was gehakt.
  • Plek voor 50.000 mensen.
  • Gratis toegang voor iedereen. 
  • Gladiatoren waren slaven!!! Soms waren zij zo populair en hadden zoveel gevechten gewonnen dat ze 'vrij' waren. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een grote verandering
Beton.
Gemalen steen wordt gemengd met water. Het wordt snel hard, is makkelijker mee te werken dan met steen en net zo sterk. 
Hierdoor konden de Romeinen koepels en bogen bouwen.
Koepel van het Pantheon in Rome. Dit was een tempel voor alle goden. Het is een van de best bewaarde Romeinse gebouwen ter wereld. Het gebouw is nog steeds in gebruik als een katholieke kerk.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen hebben de Romeinen overgenomen van de Grieken?

Slide 45 - Open vraag

De Romeinen namen over van de Grieken:
- de goden (gaven ze een andere naam)
- sociale systeem (hadden ook slaven, net zoals de Grieken)
- toneel en theaters (Colosseum)
Door welke uitvinding konden de Romeinen bogen en koepels bouwen?

Slide 46 - Open vraag

Door de uitvinding van het beton.
Welke dingen zijn bedacht door de Romeinen?

Slide 47 - Open vraag

Meerdere dingen te noemen:
- verharde wegen
- beroepsleger
- beton
- koepels en bogen
- aquaducten
- riolering
- flats
- vloerverwarming
Huiswerk voor de volgende les
Maak de vragen van paragraaf 3.3 via Feniks Online. Schrijf de goede antwoorden in je werkboek.
Leer de begrippen van deze les. 

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies