interrogativos Qué/ Cuál

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraagwoorden in het Spaans

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haz los siguientes ejercicios

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragende voornaamwoorden
qué / cuál(es)                - wat / welke
cómo                                 - hoe
quién(es)                         - wie
dónde                               - waar  (adónde-waarheen / de dónde- waar vandaan)
por qué                            - waarom (porque-omdat)
cuándo                            - wanneer
cuánto(-a-os-as)        - hoeveel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de  vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿vives?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vraagwoorden. Sleep ze naar elkaar toe.
Hoe?
Wat?
Wie?
Wanneer?
Waar?
Waar vandaan?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Quién(es)?
¿Cuándo?
¿Dónde?
¿De dónde?

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Completa la oración
1. ¿...te apetece cenar?
A
Qué
B
Cuál
C
Cuáles

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. ¿...hay en la nevera?
-Hay pescado y leche.
A
Qué
B
Cuál
C
Cuáles

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Vale¿A ... restaurante vamos?
A uno cerca, estoy muy cansada.
A
Qué
B
Cuál
C
Cuáles

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4."¿.....son tus restaurantes favoritos?
A
¿Cuáles
B
¿Qué

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de  vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿... están mis llaves?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿...............está el estadio de fútbol del Ajax?


A
¿Cómo
B
¿Dónde
C
¿Por qué
D
¿Qué

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿(Waarom) estudias español?

A
¿Qué
B
¿Cómo
C
¿Dónde
D
¿Por qué

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿(Wie) es tu profesor de inglés?


A
¿Cuánto
B
Cuánta
C
¿Quién
D
¿Quiénes

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿(Hoeveel) platos mexicanos conoces?

A
¿Cuántos
B
¿Cuánta
C
¿Quiénes
D
¿Cuánto

Slide 16 - Quizvraag

cuántos =mannelijk mv. omdat platos man. mv is.
¿(Wat) es tu clase favorita?

A
¿Cuál
B
¿Cuáles
C
¿Qué
D
¿Qués

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿(Wat) es tu clase favorita?

A
¿Cuál
B
¿Cuáles
C
¿Qué
D
¿Qués

Slide 18 - Quizvraag

Cuál +SER
¿(wat)has hecho el fin de semana?


A
¿Cuál
B
¿Cuáles
C
¿Que
D
¿Qué

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vraagwoord moet in de zin komen:

¿ __________ vas a hablar con ella?
A
Por qué
B
Cómo
C
Cuándo
D
Quién

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vraagwoord moet in de zin komen:

¿ __________ vives? Vivo en Hoofddorp.
A
Dónde
B
Cuánto
C
Cuándo
D
Quién

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je gevoel over de gemaakte oefentoets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies